column

“Het Eurovisie Songfestival staat niet langer voor verbinding en verbroedering”
Rocher Koendjbiharie pleit voor een boycot
De houdbaarheidsdatum van het Eurovisie Songfestival als campy, kitscherig statement van verbinding is echt verstreken, schrijft Rocher Koendjbiharie. “Door Israël niet uit te sluiten, laat het festival zich gebruiken als propagandaplatform.”
Over enkele weken is het weer zover. Hét festijn dat een groot gedeelte van de lhbtiqa+ gemeenschap in beweging brengt – naar de televisie – om te luisteren naar een caleidoscoop aan campy en kitscherige liedjes van artiesten uit héél Europa. Ik heb het natuurlijk over het Eurovisie Songfestival. Vol glitter en glamour staat het evenement voor een boodschap van verbinding en verbroedering, maar helaas is de houdbaarheidsdatum van die boodschap verstreken; het is tijd om het Eurovisie Songfestival te boycotten.
“het esf had er geen moeite mee om rusland (terecht) deelname aan het evenement te verbieden in 2022 nadat het oekraïne inviel”
De oproep om het festival te boycotten wordt al langer gedeeld en werd vorig jaar een stuk luider vanwege de deelname van Israël – al gingen veel Nederlandse kijkers pas over tot een boycot toen hun fav Joost Klein niet meer mocht meedoen. De European Broadcasting Union (EBU) – een alliantie van publieke omroepen uit Europa – had echter geen boodschap aan deze oproep. De EBU beschouwt het Songfestival namelijk zogenaamd als apolitiek en wil dit graag zo houden. Maar is het evenement daadwerkelijk zo apolitiek als deze alliantie graag gelooft en verkondigt? De EBU verbiedt dit jaar artiesten om regenboogvlaggen te tonen op het podium of in de Green Room, en er is sprake van een duidelijke belangenverstrengeling: de hoofdsponsor van het evenement is Moroccanoil, een Israëlisch – en dus niet Marokkaans – cosmeticamerk.
Het ESF had er geen moeite mee om Rusland (terecht) deelname aan het evenement te verbieden in 2022 nadat het Oekraïne inviel. “De beslissing weerspiegelt de bezorgdheid dat, in het licht van de ongekende crisis in Oekraïne, de toelating van een Russische inzending aan het Songfestival van dit jaar de reputatie van de competitie zou schaden”, schreef de EBU in een statement, waarin zij uitleg gaf over het verbod. Maar waar is diezelfde strikte lijn als het gaat om Israëls misdaden tegen de mensheid? Als het gaat om de volkerenmoord in Gaza en de geïntensiveerde bezetting van de Westoever?
“israël beroept zich graag op de inzet voor lhbtiqa+ rechten om aandacht af te leiden van de misdaden die het pleegt”
Door Israël niet uit te sluiten van het festival – en Rusland wel – laat Eurovisie zichzelf gebruiken als propagandaplatform waarmee Israël zijn imago kan zuiveren, en waar het land zichzelf louter kan neerzetten als slachtoffer, in plaats van agressor naar duizenden en duizenden Palestijnen. Deze strategie is geheel in lijn met de ‘Brand Israel’-campagne, een pr-campagne die de Israëlische overheid startte in 2005 om Israël neer te zetten als een westerse, progressieve en democratische samenleving in het Midden-Oosten. Vooral dat laatste is relevant, omdat Israël deze waarden inzet om zichzelf af te zetten tegen de omringende islamitische staten. Auteur Omar Barghouti schreef hier uitgebreid over in zijn boek The Case for Sanctions Against Israel. Uit deze campagne is ook het concept pinkwashing geboren: Israël beroept zich graag op de inzet voor lhbtiqa+ rechten om zijn bezettersimago roze te wassen en aandacht af te leiden van de misdaden die het pleegt.
Het is echt niet meer houdbaar om Israëls misdaden te blijven verdedigen. Als de EBU die boodschap niet tot zich wil laten doordringen, dan moet het Songfestival geraakt worden waar het ’t meest pijn doet: in de kijkcijfers.