“Vrijheid op papier is nog geen veiligheid op straat”
Gastcolumnist Jonas over acceptatie, vrijheid en het gebrek daaraan
We vieren zichtbaarheid en vooruitgang, maar in het dagelijks leven wordt de ruimte kleiner. Tolerantie klinkt mooi, tot ze ophoudt bij het ongemak van de ander. Gastcolumnist Jonas van Hest laat zijn licht schijnen over acceptatie, vrijheid en vooral ook het gebrek daaraan.
Op de avond van de verkiezingen stond Jetten op het podium. Een glimlach, applaus, het gevoel van vooruitgang. Voor het eerst leidde een openlijk homo een grote partij naar winst. Het werd gevierd als een teken van verandering, van een land dat volwassen is geworden in zijn acceptatie.
Toch voelde het niet zo. Terwijl ik keek, dacht ik aan hoe anders het land aanvoelt dan het beeld op het scherm. Ik dacht aan de berichten over stijgende haatmeldingen, aan mensen die weer twee keer nadenken voordat ze elkaars hand vasthouden. Aan het ongemak dat is teruggekeerd, juist nu we dachten dat het voorbij was.
“waar veiligheid begint met zichtbaarheid, ontstaat nu stilte uit beleefdheid”
We vieren politieke zichtbaarheid, maar in het dagelijks leven krimpt de ruimte. De vlag hangt nog, maar de toon is veranderd. De woorden op straat zijn harder geworden, de blikken scherper. In gesprekken over identiteit duikt het woord ‘neutraliteit’ weer op, alsof jezelf zijn iets is waarover gestemd kan worden. En op veel plekken, van schoolplein tot werkvloer, blijft één woord het hardst hangen. ‘Homo’ is nog altijd het meest gebruikte scheldwoord.
Zelfs instellingen die ooit vooropliepen in zichtbaarheid, worden voorzichtiger. Paarse Vrijdag op scholen, regenboogvlaggen bij gemeenten, campagnes over inclusie: steeds vaker klinkt er een stem die zegt: “Denk ook aan de ouders.” De intentie is meestal goed, maar de uitkomst is pijnlijk. Waar veiligheid begint met zichtbaarheid, ontstaat nu stilte uit beleefdheid.
Voor wie van buiten kijkt, lijkt Nederland een vrij land. En soms denk ik dat zelf ook, tot ik zie hoe voorzichtig mensen worden in kleine dingen. Maar vrijheid op papier is iets anders dan veiligheid in het dagelijks leven. Daar spelen andere regels. Daar bepalen blikken, grappen en stiltes nog steeds wie zich welkom voelt.
We noemen ons land tolerant, maar wat bedoelen we daar nog mee? Tolerantie zegt: je mag bestaan, zolang het niet te veel schuurt. Niet te zichtbaar, niet te nadrukkelijk, niet te veel. Zolang je niet te nadrukkelijk laat zien dat vrijheid niet vanzelf is.
“zichtbaarheid was ooit een teken van trots. nu voelt ze soms als een last”
Zichtbaarheid was ooit een teken van trots. Nu voelt ze soms als een last. Wie zichtbaar is, wordt niet alleen gezien, maar ook beoordeeld. En dat oordeel is zelden zacht.
De overwinning van Jetten is historisch, maar ze laat ook iets zien: dat we in een land leven waar emancipatie tegelijk gevierd en bestreden wordt. Waar politieke winst niet vanzelf maatschappelijke vooruitgang betekent.
Echte acceptatie begint niet bij symbolen, maar bij veiligheid. Bij wat er gebeurt als de camera’s uit staan en de aandacht afneemt. Bij hoe we met elkaar spreken in de bus, in de winkel, op straat, in de kleedkamer van de voetbalclub.
Misschien is vrijheid niet wat we vieren, maar wat we elkaar dagelijks gunnen.
Lees ook: