roze reuzen

'Rooie flikker' Marty van Kerkhof vocht op ludieke wijze voor homo-acceptatie

Illustratie van Marty van Kerkhof
Leestijd: 2 min

‘Rooie flikker’ Marty van Kerkhof (1950) ijverde jarenlang op provocerende en ludieke wijze voor emancipatie van homoseksuelen en had als journalist een pionierende rol in de voorlichting over hiv en aids.

Marty van Kerkhof werd geboren in het dorp Beneden-Leeuwen in het Gelderse Land van Maas en Waal. Vanaf zijn twaalfde jaar ging hij naar een katholieke kostschool in Sint- Michielsgestel, waar hij zou worden voorbereid op de priesteropleiding. Hij ervoer de plek als een beklemmend machtsinstituut. “Mijn leven werd ineens geregeerd door voorschriften.” Wel vond hij hier de ruimte om over zijn seksualiteit na te denken en had hij zijn eerste homoseksuele ervaringen.

de rooie flikkers vonden dat de homoseksuele mens zelfbewuster moest worden en de openbare ruimte moest gaan claimen.

een nieuwe wereld

Marty besloot uiteindelijk geen priester te worden en ging eind jaren zestig sociologie studeren in Nijmegen. Dat gaf hem de gelegenheid om het homoleven te ontdekken. Hij vond aansluiting bij de Nijmeegse Studenten Werkgroep Homoseksualiteit (NSWH). “Elke donderdagavond hielden zij een bijeenkomst in een kroeg, de Melody Bar. Het was een kroeg met een gesloten deur. Dat had je toen nog veel, nichtententen met gesloten deuren. Je moest aanbellen en dan werd er besloten of je werd toegelaten.” Er ging een hele nieuwe wereld voor hem open. Bij de NSWH leerde hij ook zijn toekomstige partner Thijs Maasen kennen, met wie hij een (open) relatie kreeg. Homoseksualiteit was echter in die tijd nog een groot taboe in Nederland en menig homoman kreeg met geweld te maken, het zogenaamde ‘potenrammen’. Zo ook Marty, die na een avondje uit in elkaar werd geslagen: “Je kunt wel zeggen dat mijn tere ziel een deuk had opgelopen.”

feminisme als inspiratie

In 1974 bezochten Marty en Thijs Berlijn, op dat moment een broeinest van activisme. Er werd gefeest, maar met name veel gediscussieerd. Vooral de ideeën over homoseksualiteit uit feministische hoek spraken hen aan. Het bezoek werd een katalysator voor hun eigen activisme. Eenmaal terug in Nederland vertaalden ze de besproken thematiek in het Rooie Flikker Paper en daarmee was de actiegroep Rooie Flikkers geboren. Zij vonden dat de homoseksuele mens zelfbewuster moest worden en de openbare ruimte moest gaan claimen. Ze deden dat aan de hand van ludieke acties en alternatieve manieren als theater en muziek, om het onderscheid met de ‘truttig’ geachte hetero uit de drukken.

Uit deze energie kwam ook de punkband Tedje en de Flikkers voort. Met provocerende, erotisch getinte teksten verspreidde de band hun boodschap met optredens door heel Nederland. Hun bekendste nummer was ‘Ik ben een hoer’, wat volgens Marty ook een beetje zijn levensmotto is. Na een paar jaar flink de boel te hebben opgeschud, hieven de Rooie Flikkers zichzelf in 1980 formeel op.

taboes doorbreken

Na zijn Rooie Flikker-avontuur ging Marty in Amsterdam wonen en speelde hij een belangrijke rol in het onderzoek naar en het breken van de taboes rondom hiv en aids. Hij werd onder andere redacteur voor Aids Info en deed onderzoek naar anale seks in het aids-tijdperk, wat in 1999 uitmondde in het baanbrekende proefschrift Seksueel (onder) handelen. Een scripttheoretische benadering van anale seks onder homo- en biseksuele mannen. In 2017 verscheen bij IHLIA zijn levensverhaal, Bekentenissen van een ongeleid projectiel, waarin hij terugblikt op zijn tijd als activist.

Deze rubriek is een samenwerking tussen Winq en platform With Pride – verhalen uit het queer archief.

Powered by Labrador CMS