Michael is een jonge mantelzorger: “Mijn gevoelens voor jongens had ik weg­gestopt; de zorg voor mijn zusje kreeg voorrang”

Hoe maak je ruimte voor je eigen leven als bijna alle aandacht uitgaat naar een familielid? We spraken met Michael (36, hij/hem) over zorg dragen, zorgen maken en zorg missen.

“Mijn zus is 33, maar in haar ontwikkeling is ze blijven steken op peuter-kleuterniveau. Ze lijdt aan het Phelan-McDermid syndroom, een zeldzame genetische aandoening. Toen ik klein was, kwamen er tientallen gezinscoaches en gedragswetenschappers bij ons over de vloer en ik kan me er maar één herinneren die oog had voor mij. Haar naam ben ik kwijt, haar uiterlijk vergeet ik nooit meer: ze had lang krullend haar, en droeg cowboylaarzen over haar spijkerbroek. Zij nam me apart en vroeg hoe het met míj́ ging. Dat snapte ik eerst niet. Ik ben oké, dacht ik, je moet mijn zus hebben. 

Via haar belandde ik bij een ‘brussengroep’, waar ik andere broers en zussen ontmoette van iemand met een zorgbehoefte. Ik kreeg er hulp met mijn zelfvertrouwen, nee zeggen en emoties uiten. Daar voelde ik thuis geen ruimte voor. Ik wilde het niet nog moeilijker maken voor mijn ouders, zeker omdat mijn moeder ook nog twee keer kort na elkaar kanker kreeg.

Rond haar twaalfde werd mijn zusje uit huis geplaatst. Zo kreeg ze de begeleiding die wij thuis niet konden bieden. Toen pas ontstond er meer ruimte voor mij, al had ik daar geen behoefte meer aan. Ik was 15 en wilde op eigen benen staan, ook omdat ik in de knoop zat met mijn gevoelens voor jongens. Die gedachten had ik steeds weggestopt; de zorg voor mijn zusje en moeder kreeg altijd voorrang.

Op mijn achttiende vertrok ik naar Spanje voor mijn studie. Ik zou drie maanden gaan, maar ben twee jaar weggebleven. Daar heb ik de tijd genomen om uit te zoeken wie ik eigenlijk ben, en wat ik wil. Dat is voor mij levensreddend geweest, ik was in die periode erg depressief.

Zes jaar geleden is mijn vader overleden aan prostaatkanker. Sindsdien ben ik grotendeels verantwoordelijk voor mijn zusje. Dat moment kwam vroeger dan verwacht, maar ik heb er vrede mee. Ik heb een speciale band met haar: elke beweging en blik kan ik lezen. Van de onbegrensde manier waarop ze haar emoties uit, kan ik zelfs wat leren. Als ze boos is, vliegt de tafel door de kamer, maar is ze blij, dan staat ze erop te dansen.

Als coördinator van de Strategische Alliantie Jonge Mantelzorg zet ik me tegenwoordig in voor de belangen van anderen als ik. Aan de omgeving van deze jongeren wil ik meegeven: een klein gebaar kan grote impact hebben. Vraag eens hoe het met hen gaat, een luisterend oor betekent meer dan je denkt.”

meer uit deze serie

Powered by Labrador CMS