
“Voor de artsen in Gaza zet Henk zijn homoseksualiteit even opzij”
Mounir Samuel over grenzeloze medemenselijkheid
Om jonge artsen in Gaza te voorzien van een salaris en medemenselijkheid, begon Mounir Samuel een inzamelingsactie en een buddysysteem. Henk* (72) meldde zich aan, maar vroeg zich af: vormt mijn homoseksualiteit een barrière?
“Mag ik meedoen?” Zo luidde de vraag van Henk (72) in onze Signal-groep Artsen in Nood, waar ik een oproep plaatste voor mensen die bereid waren als buddy te worden gekoppeld aan een arts in Gaza. “Ik ben al 31 jaar getrouwd met mijn partner, dat wil zeggen: ik ben homoseksueel en dat zou, realiseer ik mij goed, misschien een barrière kunnen zijn om buddy te zijn van een religieuze islamitische arts.”
“het gaat hier om piepjonge mensen, die in veel gevallen net afgestudeerd waren”
Overigens weerhoudt die gedachte Henk er niet van om elke donderdag naar de sit-ins van Ambtenaren en de Grondwet te gaan, die een andere opstelling van onze overheid tegenover Israël eisen, of om zich in het rood gekleed aan te sluiten bij de Rode Lijn-manifestatie. En, zo blijkt nu, om te doneren aan mijn kersverse initiatief om artsen in Gaza van een structureel salaris te voorzien. Het gaat hier om piepjonge mensen, die in veel gevallen net afgestudeerd waren of nog hun coschappen liepen toen de genocide uitbrak, en die zich sindsdien tachtig uur per week in diensten van 24 uur onder de ergste omstandigheden kapot werken, zonder daarvoor ooit te zijn betaald.
Deze artsen kunnen niet rennen voor hun leven in de hoop iets van voedsel te bemachtigen bij de vier gruwelijke “voedselpunten” – of beter gezegd: voedselvalstrikken. Zij moeten namelijk iedere dag weer de honderden gewonden behandelen die met moeite door vrienden bij deze moordpunten worden weggesleept. In wat hen rest aan vrije tijd studeren ze, doen ze online tentamens of werken ze als vrijwilliger in provisorische veldhospitalen. Daarom zijn deze artsen geheel afhankelijk van het spaarzame – en vaak door Israël bewapende bendes geplunderde – voedsel dat voor torenhoge prijzen op de zwarte markt wordt (door)verkocht. Maar daar hebben zij wel geld voor nodig.
“de meeste artsen bevonden zich op het randje van de afgrond, nu spreken ze weer over hun dromen”
Op vrijdag 25 juli kwam ik via LinkedIn in contact met Dr. Ahmed Mezied. Na twee dagen appen en grondig factchecken, besloot ik voor hem op LinkedIn een donatie-oproep te plaatsen. Binnen 24 uur werd er 12.000 euro opgehaald. Daarna ging het snel. Voor ik het wist, runde ik met een ander Linkedin-contact, Tjitske Visser – in het dagelijks leven programmamanager in de publieke sector – een donatiegroep op Signal en omdat we daar in no time het maximumaantal groepsleden bereikten, nu op Telegram. Binnen drie dagen wisten we elf geverifieerde artsen ieder een eerste salaris van 1.500 euro te betalen. Inmiddels ondersteunen we een totaal van 22 geverifieerde artsen.
Het initiatief gaat als een vuurtje rond door de artsengemeenschap in Gaza en maakt veel emotie, hoop en dankbaarheid los. De meesten bevonden zich op het randje van de afgrond. Nu spreken en schrijven ze weer over hun dromen, zoals het afronden van hun studie of het volgen van een specialisatie. Na uitbetaling van het eerste salaris hebben de meeste artsen in het afgelopen weekend voor het eerst een bescheiden, maar gevarieerde, maaltijd gegeten. Hiervoor aten ze hoogstens een klein balletje gemalen meel met kruiden of een mini-pitabroodje per dag. Soms aten ze zelfs dagenlang niets.
“naar meer nog dan voedsel, blijken deze artsen te verlangen naar medemenselijkheid”
Maar naar meer nog dan voedsel, blijken deze jonge artsen te verlangen naar professionele erkenning, persoonlijke waardering en medemenselijkheid te midden van alle ontmenselijking die ze iedere dag zien. Zo onstond naast de inzamelingsactie het idee voor het buddysysteem waar de 72-jarige Henk mij over benaderde: “Ik zal niet beledigd zijn als je denk dat ik vanwege bovenstaande niet een geschikte persoon ben voor deze taak.”
Henk wist niet dat ik een trans man ben. Noch weet hij dat er mede door een trans vrouw hard gewerkt wordt om van dit initiatief in rap tempo een officiële stichting te maken. Alles wat hij weet, is dat hij een homoseksuele man is en dat dit wellicht gevoelig ligt bij islamitische artsen die de kooi die Gaza heet nog nooit hebben kunnen verlaten. Henk heeft daar begrip voor. Geen waardering wellicht, maar wel genoeg inlevingsvermogen om deze mensen alsnog te willen helpen, – ook als hij dit betekent dat zijn rol zich beperkt tot die van stille donateur.
“universele mensenrechten vereisen dat we voor het recht van de ander staan, zelfs als die van ons bestaan niet af wil weten”
Henks woorden ontroeren mij. Omdat ik er een liefde in lees die groot genoeg is om zelfs van de mens te houden die moeite heeft met zijn liefde. Zijn woorden getuigen ook van inzicht. Het hele punt van mensenrechten is immers dat ze universeel zijn. Dit vereist van ons dat wij voor het recht van de ander staan, zelfs als die ander van ons bestaan niet af wil weten. Internationaal recht zou moeten gelden voor iedereen. Medemenselijkheid toon je aan ieder mens, ook als die mens haar niet aan jou toont. Zo leven en bewegen deze artsen ook. “Als een Israëli gewond naar me toe zou komen, zou ik hem behandelen”, appte Dr. Ahmed me ongevraagd tijdens een van onze vele gesprekken. “Ik ben gebonden aan mijn medische eed om hem van humanitaire hulp te voorzien. Wij zijn vreedzame mensen die willen leven in vrede en veilheid.” In zijn woorden galmt de gevleugelde uitspraak van de Romeinse Keizer Marcus Aurelius: de beste wraak is om niet te zijn zoals de vijand. Laat ons ook een eed afleggen om de ware betekenis van grenzeloze liefde uit te dragen, zelfs als die door zovelen wordt begrensd. En Henk? Die is uiteraard buddy en deelt op een dag vast dat hij met Wim* is getrouwd.
* Deze namen zijn vanwege privacyredenen gefingeerd. De echte namen zijn bekend bij de auteur en de redactie.