
Zo blijven we als queer gemeenschap scherp en sterk in het Trump-tijdperk
Hoe overleef ik...
Trump en zijn techbro’s staan klaar om de klok terug te draaien. Hoe wapenen we ons als queergemeenschap tegen een toekomst waarin we opnieuw tot zondebok worden gemaakt? Journalist Ruben Wissing zocht het uit.
De queer emancipatie staat onder druk, juist in een deel van de wereld waar het een beetje leefbaar was. Opkomen voor democratische waarden en mensenrechten lijkt out of fashion. Een kleine bloemlezing: de Verenigde Staten erkent nog maar twee geslachten, knikkert inclusiviteitsprogramma’s de deur uit, verbiedt deelname van trans personen aan sportwedstrijden en laat essentiële lhbtiqa+ ngo’s over de hele wereld aan hun lot over door USAID te ontmantelen.
In Europa is het niet per se gezelliger. Zo criminaliseerde Hongarije stilletjes de Pride – je betaalt er nu 500 euro als je toch meeloopt met de mars. In 2021 wilde Rutte de Hongaren nog uit de EU bonjouren nadat Orbán een anti-homowet aannam. Inmiddels wil de Tweede Kamer minder Europees geld voor Hongarije vanwege dat Pride-verbod, maar aanvankelijk bleef het angstvallig stil. Misschien omdat Europa in crisismodus verkeerde door de Russische oorlogsmachine, óf misschien omdat schaduwpremier Wilders goed bevriend is met Orbán en half Europa inmiddels gerund wordt door conservatieve rechtsradicalen.
Ook in Nederland zelf wringt het: haatzaaien over (met name) trans personen is door de PVV en FvD gemeengoed geworden in de Tweede Kamer, veel scholen overwegen met Paarse Vrijdag te stoppen omdat het juist tot extra problemen leidt in plaats van meer acceptatie, en op sociale media schreeuwt de haat tegen lhbtiqa+ harder dan ooit. Geen wonder dat queer personen – ook in Nederland – bang zijn en zich afvragen: zijn we nog wel veilig? En, misschien nog belangrijker: hoe komen we deze tijd door zonder kleerscheuren, zowel on- als offline? Om die vragen te beantwoorden, sprak ik met onderzoekers en activisten van vroeger en nu.
cultuuroorlog tegen trans personen
Allereerst is het belangrijk om aan te geven dat de Nederlandse acceptatiecijfers in algemene zin niet achteruit hollen. “Queer personen ervaren dat wel, en we krijgen er steeds meer vragen over, maar wat homo- en biseksualiteit betreft, stabiliseert het al jaren”, zegt Hanneke Felten, projectleider en onderzoeker bij kennisinstituut Movisie, dat zich richt op een samenhangende aanpak van sociale vraagstukken. Felten wijst op de emancipatieparadox: veertig jaar geleden hoorde je niets als een homokoppel werd mishandeld. Nu haalt zo’n incident het nieuws, omdat we het onacceptabel vinden. Het geweld lijkt niet toe te nemen, maar de aandacht, en dus het angstgevoel, wel. “Daarentegen zie je wel dat de acceptatie van trans en non-binaire personen enorm achterblijft en er zelfs een kleine achteruitgang te zien is.”
“trans personen zijn pion geworden in een cultuuroorlog. ineens moet iedereen een mening over ons hebben”
Uit de laatste lhbtiqa+ monitor van Movisie blijkt bijvoorbeeld dat iets meer Nederlanders het problematisch vinden als hun kind een transgender docent krijgt. “We zijn pion geworden in een cultuuroorlog”, zegt schrijver en historicus Alex Bakker, zelf trans man. “Jarenlang was er nauwelijks debat over ons, nu moet iedereen een mening over ons hebben.”
Felten wijdt die toenemende weerstand deels aan complottheorieën over lhbtiqa+ die steeds vaker op sociale media circuleren. Grote, internationale anti-lhbtiqa+-organisaties pluggen – met veel geld – schadelijke verzinsels online. Bijvoorbeeld over trans personen die vrouwen zouden misbruiken in genderneutrale toiletten of een deep state die zo veel mogelijk Europeanen homo wil maken, zodat de witte mens zou uitsterven. “Je kunt het zo gek niet bedenken, maar als je zulke verhalen maar vaak genoeg rondpompt, vinden ze ergens wel hun weg – zelfs naar de Tweede Kamer. Denk maar aan de bekende uitspraak ‘het wordt ons allemaal door de strot geduwd’. Ook dit komt uit de koker van zo’n organisatie”, zegt Felten.
asociale media
“het ergste is dat er één techbedrijf in amerika is dat bepaalt hoe jij en ik met elkaar in gesprek moeten gaan”
Ook Pourya Omidi, technoloog bij Waag Futurelab, een non-profit die zich inzet voor een rechtvaardige maatschappij, ziet dat sociale media steeds onveiliger worden. “De queer- gemeenschap wordt extra benadeeld: we krijgen meer haat en de kans is groter dat onze posts onterecht verwijderd worden.” Zo kan een video van een dragqueen die een onschuldig boek voorleest aan een schoolklas, aangemerkt worden als ‘expliciet’. De censuur zal alleen nog maar intensiveren nu Meta – het moederbedrijf van Instagram, Facebook en WhatsApp – gestopt is met factchecken en haatreacties modereren ‘om het vrije woord in ere te herstellen’. Zo is het weer toegestaan om op Meta’s platforms homo’s ‘mentaal ziek’ te noemen. “Het is niet meer vanzelfsprekend dat rechten voor de queer community online beschermd worden”, zegt Omidi, die tot twee jaar geleden zelf in de techindustrie werkte, maar vertrok vanwege twijfels over het morele kompas van tech CEO ’s. “Het ergste is dat er één bedrijf in Amerika is dat bepaalt hoe jij en ik met elkaar in gesprek moeten gaan.”
De tekst gaat verder onder de afbeelding.

In Europa merken gebruikers nog niet zo veel van Zuckerbergs conservatieve koers, omdat de EU strenge regels heeft opgesteld om onze privacy en informatievoorziening te beschermen. Maar volgens Omidi kunnen we ons niet veilig wanen. “Big tech negeert EU-regelgeving aan de lopende band. Bedrijven calculeren boetes in of vechten regelgeving aan in de rechtszaal met de duurste advocaten.” Zo is WhatsApp sinds 2023 verplicht om in de EU interoperabiliteit aan te bieden, oftewel: gebruikers moeten ook kunnen chatten met mensen op andere apps zoals Telegram of Signal. Maar deze functie weten ze tot op de dag van vandaag uit te stellen. “In algemene zin gaat het big tech om het behoud van de machtspositie: onze data verzamelen, doorverkopen en controle uitoefenen”, zegt Omidi. Een interoperabel WhatsApp zou namelijk de overstap naar Signal – wat veel Nederlanders overwegen omdat je data daar veiliger zijn – een stuk makkelijker maken en dus de marktpositie van Meta benadelen. Vaak durven mensen nog niet over te stappen, omdat hun vrienden en familie nog op WhatsApp zitten.
“veel mensen in mijn omgeving stoppen hele- maal met social media”
Maar hoe verhoud je je dan tot de techreuzen? “Veel trans personen in mijn omgeving stoppen met sociale media”, zegt Bakker. “Wat ooit een veelbelovend medium was voor kennisdeling en connectie, is nu een galmkamer voor extreme meningen geworden.” Maar zomaar offline gaan, voelt – zeker voor jongeren – niet als een optie. Omidi ontwikkelt bij Waag Futurelab alternatieve sociale media die gestoeld zijn op democratische, publieke waarden. Hij laat jongeren meedenken, zodat zij zelf kunnen bepalen hoe ze hun online sociale netwerken vormgeven. “Zo kun je overstappen naar decentrale, open-source netwerken als Mastodon of Pixelfed. Daar kun je gratis je eigen online community opzetten en bepaal je zelf de moderatie- en gedragsregels. Er zijn al queer community’s actief; decentrale platforms geven hen meer ruimte om zich daar te vestigen”, zegt Omidi.
Naomie Pieter, (mede-)oprichter van Black Pride en Black Queer & Trans Resistance, is nog steeds actief op Instagram, maar deelt nauwelijks iets over haar privéleven. Ze weet als geen ander dat big tech niet onze bondgenoot is in de strijd voor gelijkheid. “Mensen zijn nú verontwaardigd, maar Meta is nooit opgericht om progressief te zijn. Voordat ze überhaupt aan contentmoderatie deden, hebben activisten jarenlang moeten aandringen om hate speech uit te bannen. Mijn Facebook wordt al tien jaar geboycot en ik heb het sterke vermoeden dat ik afgeluisterd werd als ik een demonstratie organiseerde. Het is niets nieuws.” Pieter doet daarom niet aan eindeloos quote-posten om zich uit te spreken. Ze staat liever op de barricade, zo speechte ze in maart nog bij de Feminist March op de Dam. Die mars kreeg zeker 20.000 mensen op de been.
In de Verenigde Staten lijkt grootschalig protest minder zichtbaar dan tijdens de luide anti-Trump-beweging uit 2017. Dat betekent niet dat er niets gebeurt: het verzet is er nog altijd – tijdens de Hands Off!-demonstratie op 5 april jongstleden gingen 5 miljoen Amerikanen de straat op om ieders verworvenheden te verdedigen, maar het is vaker ondergronds en lokaal georganiseerd. Veel mensen zijn verslagen, bang en naar binnen gekeerd. “Er zijn mensen die dit jaar niet naar WorldPride in Washington durven uit angst voor hun veiligheid”, zegt Pieter. Zelf vindt ze het ook spannend om nu als uitgesproken activist naar de Verenigde Staten af te reizen. “Ik denk erover om mijn social media tijdelijk inactief te stellen.”
meer of minder zichtbaarheid?
Hoewel onze rechten momenteel niet dusdanig op het spel staan als in de Verenigde Staten, wordt de angst ook in Nederland gevoeld. “Je weet niet welke kant het opgaat. We moeten ons voorbereiden”, zegt Peter Dankmeijer, lhbtiqa+ onderwijsexpert met meer dan veertig jaar ervaring in het vak. Maar hoe doen we dat? Volgens Dankmeijer wordt er in Nederland te vaak blindelings ingezet op zichtbaarheid door middel van symbolen, van regenboogzebrapaden tot speciale themadagen. “De meeste scholen vinden Paarse Vrijdag leuk, zolang het geen risico’s oplevert. Maar als GSA-leerlingen hun folders niet meer durven uit te delen of een ouder begint te schreeuwen, draaien ze om als een blad aan een boom”, zegt Dankmeijer. Hij pleit daarom voor meer mainstreaming in het onderwijs: het structureel integreren van lhbtiqa+-onderwerpen in het schoolbeleid om zo heteronormatieve aannames en pestgedrag te bestrijden. Simpel gezegd: lhbtiqa+ niet als iets ‘extra’s’ benaderen, maar als iets dat overal in terugkomt.
“in finland hebben ze lessen over empathie op school. zulke initiatieven zouden in nederland ook helpen”
“In Finland hebben ze lessen over empathie als standaard onderdeel van burgerschapsvaardigheden. Zulke initiatieven zouden in Nederland ook helpen.” Het is een subtielere aanpak die flink wat maatwerk vereist en niet uitgaat van identiteitspolitiek. “Ik maak mezelf hier niet altijd populair mee – sommige queers zien het als verraad – maar het is een effectievere methode”, zegt Dankmeijer.
Ook Hanneke Felten doet onderzoek naar de effectiviteit van discriminatiebestrijding. “Soms wordt tijdens voorlichtingen gevraagd: ‘Waar denk je aan bij het woord homo?’ Dat levert vaak negatieve reacties op – vies, fout, zondig. Daarna probeert men die beelden te weerleggen, maar zo werkt ons brein niet: je onthoudt juist de stereotypen”, zegt Felten. Volgens de onderzoeker werkt het wel om persoonlijke ervaringen te delen, waardoor mensen zich kunnen inleven. “Idealiter zijn dat voorlichters die specifiek de doelgroep aanspreken of op hen lijken: als zestigplusser kun je zeker een schoolklas aanspreken met jouw verhaal, maar het wordt makkelijker als je qua leeftijd en achtergrond meer op de leerlingen lijkt.”
Zo prijst ze de lesmodule Homo in de Klas, die zich specifiek richt op christelijke scholen en uitgevoerd wordt door christelijke lhbtiqa+ voorlichters. In die geest heeft Movisie vorig jaar een handige lijst met do’s en don’ts gemaakt voor voorlichters op scholen.
Uiteindelijk willen we allemaal discriminatie tegengaan, maar het is knap lastig om de juiste insteek en toon te vinden, juist nu het publieke debat verhardt en er weinig politieke vooruitgang zichtbaar is. Zouden we onze strategie moeten aanpassen, bijvoorbeeld door milder actie te voeren? Nee, zegt Felten. “Ook als je je niet uitspreekt, kun je tot zondebok gemaakt worden.” Ook Naomie Pieter moet er niet aan denken om een toontje lager te zingen: “Verworvenheden kunnen teruggedraaid worden als we ons niet duidelijk blijven uitspreken. Je ziet het nu gebeuren in Amerika. Ik zie Nederland niet zo snel afglijden, maar ik sluit niet uit dat de NS ooit weer over ‘dames en heren’ gaat spreken in plaats van ‘beste reizigers’.” Pieter is onvermoeibaar en neemt geen blad voor de mond, een belangrijke les die ze leerde door de archieven in te duiken. “Queer activisten uit de vorige eeuw waren heel direct en deden niet aan sugarcoating. Ze hadden schijt.”
lessen uit het verleden
Een van Pieters grote inspiratiebronnen is Tieneke Sumter. Zij pionierde in 1981 door SUHO-vrouwen op te richten, een groep die streed tegen homofobie, racisme en seksisme binnen de Nederlandse en Surinaamse cultuur. “Nu wordt het activisme genoemd, toen was het gewoon noodzaak”, zegt Sumter. “Het waren de hoogtijdagen van de tweede feministische golf en we kwamen net uit de tijd van flower power, mensen wilden gewoon hun schouders eronder zetten.” En dat deden ze: rebelleren, kraken, demonstreren, discussies en feesten organiseren – allemaal zonder subsidies. “Maar het was ook gewoon een leuke groep. Wij als zwarte queers hadden die veilige plek nodig.”
De tekst gaat verder onder de afbeelding.

Voor trans personen gold dit ook in die tijd, weet Alex Bakker. “Ze kwamen maandelijks samen op de zogenaamde T&T-avond bij de NVSH, op de Amsterdamse Blauwburgwal, ieder met een koffer vol vrouwenkleding, kleedden zich daar om, en gingen na een avond samenzijn weer terug in hun ‘normale’ rol.”
Niet lang na haar SUHO-tijd vertrok Sumter naar Suriname. Toen ze in 2016 terugkeerde naar Nederland was ze stomverbaasd. “Jongeren wisten nauwelijks iets van de queer geschiedenis,” zegt Sumter. “Er was een gat ontstaan tussen de beweging van vroeger en toen. In 2000 was de emancipatie voltooid, was het idee. Ik denk dat daarom veel leden van de community naar binnen zijn gekeerd.” Toch merkt Sumter, die inmiddels actief is bij het COC, dat er sinds kort meer aandacht is voor het verleden. “Steeds meer queer jongeren vragen me hoe wij vroeger actievoerden. Ze zijn zoekende, omdat de beweging nu zo grootschalig en bedrijfsmatig is.” Die intergenerationele insteek zag je bijvoorbeeld al terug bij de laatste Feminist March, waar oude én nieuwe Dolle Mina’s aan deelnamen. Ook 75-plussers staan op: in 2024 hebben ze de actiegroep Queer Force United opgericht. Naomie Pieter put kracht uit het werk van de activisten van weleer. “We staan op de schouders van iconen als Tieneke Sumter, Jerry Haime, Frida Martina en Gloria Wekker. Wij borduren voort op hun werk, daarom mogen we hun inzet niet vergeten.”
een toontje lager zingen helpt niet: “verworvenheden kunnen teruggedraaid worden als we ons niet blijven uitspreken”
Pieter pleit voor een intersectionele aanpak, waarin je met bondgenoten samen optrekt. Dat gebeurt nog niet genoeg, vindt ze. “Witte cis gay mannen hebben meer privileges dan bijvoorbeeld zwarte trans vrouwen. Zij kunnen veel meer betekenen in de gezamenlijke strijd”, stelt Pieter. Zo richtte ze eigenhandig Black Pride op, omdat Pride Amsterdam haar voorstel afsloeg om het initiatief bij hen op te starten. “We hebben allemaal last van het patriarchaat, kolonialisme, fascisme, en kapitalisme. Samen kunnen we floreren.” Hanneke Felten voegt daaraan toe dat er ook een grote taak ligt bij onze straight allies. “Niet-lhbtiqa+ mensen luisteren vooral naar anderen als zij als het aankomt op wat ‘normaal’ is en wat niet. Juist nu is hun stem hard nodig.” Alex Bakker merkt het effect hiervan gelukkig steeds vaker als hij lezingen geeft aan studenten: “Laatst vroeg een groep huidtherapeuten-in-opleiding hoe ze trans personen op een goede manier kunnen benaderen in hun praktijk. Het lijkt iets kleins, maar dit is iets nieuws. Het laat zien dat mensen buiten de gemeenschap oprecht geïnteresseerd zijn.”
Ook Sumter blijft optimistisch over de toekomst. Ze prijst de veerkracht van de queerbeweging: “We hebben al zo veel overwonnen. Ze kregen ons in de Tweede Wereldoorlog niet klein, en dat lukt nu ook niet. We staan voor grote uitdagingen, maar die hebben we op microniveau in ons persoonlijk leven al eens aangepakt.” Pieter sluit zich daarbij aan: “Het voelt nu heftig, maar onthoud: iedere generatie heeft een eigen Trump, Wilders, Fortuin of Janmaat. We’re still here — and we’re even better than before. We got this.”