gastcolumn

“Christelijke organisaties hebben ruim de tijd gehad om conversietherapie zelf aan te pakken”
Lhbtiqa+ predikant Wielie Elhorst over het verbod op conversietherapie
Deze week kwam er eindelijk een wettelijk verbod op conversietherapie, handelingen die iemands seksuele oriëntatie of genderidentiteit trachten te veranderen. Lhbtiqa+ predikant Wielie Elhorst verbaast zich over de reacties uit een deel van gelovig Nederland.
“Geestelijke verkrachting”, dat zijn de niet mis te verstane woorden die Alexander Noordijk consistent gebruikt om uit te leggen wat destijds de impact was van de poging die geloofsgenoten deden om hem van zijn homoseksualiteit te ‘bevrijden’.
Alexander is een collega van mij, ook predikant, iemand die gelooft met hart en ziel. Alexander is iemand die de kerk en de mensen van de kerk een warm hart toedraagt en hij is altijd loyaal. Toen ik hem voor het eerst die woorden ‘geestelijke verkrachting’ hoorde gebruiken, dacht ik: als een zo loyale collega, met een zo’n warm hart voor kerk en geloof, dit soort woorden gebruikt om duidelijk te maken wat hem destijds is overkomen, dan moet dat wel heel erg zijn.
“eindelijk zegt onze samenleving bij monde van de politiek: dit willen we niet meer”
Ik wist dat eigenlijk ook al wel. Al decennialang komen er bij de organisaties van de christelijke lhbtiqa+-beweging mensen binnen die ooit aan een traject begonnen dat naar zij hoopten zou uitlopen op een duurzame verandering van hun homoseksuele oriëntatie of transgender identiteit. Allemaal zagen zij dat traject stranden, of dat nu binnen een kerkelijke gemeenschap was opgestart of in een christelijke hulpverleningsorganisatie. En steeds had dat dezelfde schadelijke mentale en ook fysieke gevolgen. In veel gevallen hebben deze mensen jarenlang therapie nodig om te herstellen en zichzelf te hervinden. Alexander moest in therapie om van zijn ‘check-tic’ af te komen: de dwangneurose die was ontstaan toen hij van zichzelf bij iedere man en vrouw na moest gaan – moest checken – wat hij voelde, totdat hij uit pure verwarring op een gegeven moment helemaal niets meer voelde.
Op dinsdag 9 september jongstleden werd in de Tweede Kamer eindelijk, na vele jaren, een wet aangenomen die alle ‘conversiehandelingen’ verbiedt en wie dit praktiseert strafbaar stelt. Daaronder worden die handelingen verstaan die iemands seksuele oriëntatie of genderidentiteit willen genezen, veranderen of onderdrukken, lees: iemands homoseksuele oriëntatie of transgender identiteit. Op de Facebookpagina van Johan Verweij, korter geleden het slachtoffer van conversiepraktijken, las ik hoe hij volschoot met tranen van ontlading en opluchting, hoe zijn lijf schokte bij het horen van het goede nieuws.
Bij zijn vreugde, zo verwoord, werd ik er nog weer verdrietig van; dat hij mee had moeten maken te worden beroofd van wie hij ten diepste is en hoe indringend dat was geweest. Eindelijk zegt onze samenleving bij monde van de politiek, van de wetgever: dit willen we niet meer. Na ruim vijf jaar werk aan een wetsvoorstel zegt de samenleving met een ruime meerderheid luid en duidelijk: waar het ook gebeurt en door wie het ook wordt gepraktiseerd: conversiehandelingen zijn onacceptabel en de dader zal worden gestraft.
“ik vind het gênant dat een deel van gelovig nederland het eigen belang vooropstelt in hun bezwaren”
Bij een dergelijk resultaat zou je denken: iedereen blij. Maar nee, helaas. Toch niet. Wat mij zo mogelijk nog verdrietiger stemde, waren de reacties uit een deel van gelovig Nederland. De vrijheid van religie zou nu onder druk staan. En het pastorale gesprek over seksualiteit en genderidentiteit zou bijkans onmogelijk worden, omdat je als pastor of hulpverlener zomaar ineens van conversiehandelingen beticht zou kunnen worden en dus strafbaar gesteld. Dat is onzin, en daarbij verwijs ik graag naar de precisie van de Kamerleden die het wetsvoorstel indienden en die een kader voor de beschrijving van conversiehandelingen formuleerden dat pastorale gesprekken als zodanig volstrekt ongemoeid laat. Het hebben van welke religieuze opvatting over seksuele oriëntatie of genderidentiteit dan ook is en zal, net als het delen van die opvatting, nooit strafbaar zijn. Maar als die opvattingen langdurig en stelselmatig worden gebruikt om iemands seksuele oriëntatie of genderidentiteit te willen ‘genezen’, veranderen of onderdrukken, dan is een verbod en straf wél aan de orde. En voor alle duidelijkheid: het gaat hier alleen over minderjarigen en kwetsbare volwassenen.
“rond seksueel misbruik tuigde de kerk een hele organisatie op, voor lhbtiqa+ mensen is die moeite kennelijk niet nodig”
Ik vind het jammer, gênant en beschamend dat bij een dergelijk verbod dat zoveel mensen beschermt en dat door zoveel gelovige en niet gelovige lhbtiqa+ mensen met grote opluchting en gejuich is ontvangen, geen sprake is van vreugdevolle instemming zonder meer, maar vooral van het formuleren van bezwaren die het eigen belang vooropstellen. Nu de politiek met een wetsvoorstel komt dat zich ook uitspreekt over kerkelijke praktijken, gaat men opeens sputteren. En dat terwijl kerken, christelijke organisaties en hun koepelorganisaties al zeker vijftig jaar de kans hadden intern orde op zaken te stellen. Mijn eigen kerk, de Protestantse Kerk, vond het bij monde van de scriba (de landelijke secretaris) een paar jaar geleden niet nodig een pastoraal protocol te ontwikkelen (op verzoek van de overheid), omdat het in onze kerk niet voor zou komen. Mooi dat dat niet zo is, maar waarom dan niet het gesprek gezocht met kerken die hiermee te maken hebben om er samen over in gesprek te gaan en het samen aan te pakken? Rond seksueel misbruik is een hele organisatie opgetuigd: Veilige kerk. Voor lhbtiqa+ mensen hoef je een dergelijke moeite kennelijk niet te doen. Goed, dan doet de politiek het dus namens de samenleving voor je. Zo gaat dat. En gelukkig maar.
Precies op het moment dat in de Tweede Kamer de stemming over het verbod op conversiehandelingen plaatsvond, gaf ik in een kleine kring van tien mensen in de Oranjekerk in Amsterdam een zegen over het huwelijk van Mikhail en Pjotr (niet hun echte namen), twee jonge dertigers uit Oekraïne die sinds een paar jaar in Nederland wonen. Tranen van ontroering en vreugde biggelden over wangen, toen de twee mannen hun huwelijksgeloften in hun eigen woorden tegen elkaar uitspraken. Weer zo’n moment waarbij ik dacht: kon de hele wereld maar zien wat hier gebeurt. Dan verdween overal elke wens om de identiteit van een ander naar je eigen hand te zetten als sneeuw voor de zon.
Wielie Elhorst is de lhbtiqa+ predikant van Amsterdam.