40 jaar De Trut: “Het feestje begint al in de rij”
Vrijwilligers en bezoekers over hun band met de club
De Trut, de door vrijwilligers gerunde queer club in Amsterdam, bestaat deze maand 40 jaar. Al sinds de jaren tachtig komen queers samen in het voormalige lettermagazijn aan de Bilderdijkstraat. Wat betekende De Trut voor de vrijwilligers en bezoekers die er in verschillende decennia vaak kwamen?
In 1981 werd het leegstaande Tetterodecomplex, ooit een lettergieterij en drukkerijmachinefabriek, gekraakt. In de kelder ontstond al snel de krakersdisco Flux. Uit de krakers- en queerscene groeide het initiatief voor De Trut: een niet-commerciële, veilige plek voor queers. De eerste Trutavond vond plaats op 8 december 1985 en op 20 december dit jaar viert de club haar 40-jarig jubileum in Tillatec. Al vier decennia is De Trut een hoeksteen van de Amsterdamse queerscene, terwijl ze voor vrijwilligers en bezoekers uit verschillende decennia steeds weer een andere rol vervulde.
1985–1995, jacques wijnen (oprichter)
Jacques Wijnen (68, hij/hem) richtte in 1985 samen met negen anderen vereniging De Trut op. Ze wilden een plek creëren waar “potten en flikkers” veilig konden dansen. “Er waren veel homokroegen, weinig plekken voor vrouwen, en het COC had één gemengde avond, maar dat was geen succes”, vertelt Jacques. Omdat de Flux op zaterdagavond was en de initiatiefnemers niemand wilden wegtrekken bij de vrijdagse COC-vrouwenavond, werd besloten dat De Trut op zondagavond zou plaatsvinden. “Dat was geen probleem, we waren bijna allemaal werkloos, dus op maandag konden we uitslapen.”
“de zondagavond was geen probleem: bijna alle oprichters waren werkloos, maandag konden we uitslapen”
Naast een veilige plek creëren wilden de initiatiefnemers de lhbtiqa+-gemeenschap wereldwijd financieel steunen. Via Stichting Fonds De Trut doneerden ze de winst van de zondagavond aan aidspatiënten in het Flevohuis en bij het 25-jarig jubileum financierden ze een ambulance met personeel voor hiv-voorlichting in Ghana. “De enige voorwaarde was dat het logo van De Trut erop kwam,” legt Jacques uit. Inmiddels heeft de stichting bijna een miljoen euro geschonken aan goede doelen voor de queergemeenschap.
In de jaren na de oprichting drukte de hiv- en aidsepidemie zwaar op de Amsterdamse queergemeenschap. Tientallen mensen uit Jacques’ netwerk overleden, soms bezocht hij zelfs twee crematies per dag. Ook veel Trut-bezoekers liepen in die tijd hiv op. “Toch dansten ze elke zondag. Zo’n avond met gelijkgestemden gaf lucht.”
Van de tien oprichters zijn Jacques en Bobbie nog actief. Jacques staat al vier decennia bijna wekelijks achter de bar: “Dat vind ik het leukst!” Even dacht hij aan stoppen, maar inmiddels heeft hij er weer plezier in. De voortdurende aanwas van vrijwilligers vindt hij bijzonder, al merkt hij op dat de nieuwe generatie vrijwilligers beleidsdiscussies startten die voor hem niet nieuw zijn. “Opa weet dat het wiel al vele malen is uitgevonden,” zegt hij lachend.
1995–2005, martijn tulp (bezoeker)
Martijn Tulp (45, hij/hem) kwam in 1997 voor het eerst in De Trut. Vanaf zijn verhuizing naar Amsterdam in 1999 kwam hij er elke zondag. Met een dubbele Baileys in zijn hand, waar hij toen nog voor betaalde in guldens, bevond hij zich aan de rand van de dansvloer. “Bij een goed nummer danste ik even, maar verder stond ik vooral te praten.”
“hier voelde ik mij de regel in plaats van de uitzondering”
De Trut voelde voor hem als een inclusieve plek om met andere queers samen te komen. “Hier voelde ik mij de regel in plaats van de uitzondering”. Vergeleken met andere uitgaansplekken uit die tijd waardeerde hij de open sfeer. “Bij veel tenten in de Reguliersdwarsstraat ging het over status of de juiste merkkleding en voelde ik me weleens afgewezen om mijn uiterlijk, in De Trut niet.”
Ook de vrijwilligers bewaakten dat karakter. Toen De Trut, volgens Martijn, te druk en te mainstream werd, bedachten ze ‘Nedertrut’. Wekenlang draaiden de vrijwilligers alleen maar Hollandse schlager om zo bezoekers af te schrikken die op De Trut afkwamen omdat het een hippe plek was geworden. “Toen ze daar na een aantal weken mee stopten, bleef een vaste groep queers over”.
Vijf jaar geleden was Martijn voor het laatst in De Trut. Volgens hem is er weinig veranderd, alleen de openingstijd is een uur vervroegd en de dubbele Baileys wordt niet meer in één glas geschonken. “Toch is het geen tijdmachine”, zegt hij. Zijn sociale leven speelt zich tegenwoordig buiten de Trut af.
2005–2015, roos bakker schut (vrijwilliger)
Roos Bakker Schut (34, zij/haar) zocht in 2010 een alternatieve plek om uit te gaan en werd door de mensen van feministisch queercafé Saarein getipt over De Trut. Haar eerste keer ging ze alleen en maakte ze meteen voor de deur vrienden. “Eigenlijk begint het feestje al in de rij.”
“ik wilde iets teruggeven aan een plek die veel voor me betekent”
Na een aantal jaar “dansen, flirten en experimenteren”, soms eindigend in vrijpartijen op de dansvloer, besloot Roos te solliciteren naar een plek achter de bar. Een bevriende vrijwilliger droeg haar voor, waarna ze een gesprek had met drie teamleden. “Ik vond het spannend. Ze vroegen wat ik De Trut kwam brengen. Ik zei dat ik iets wilde teruggeven aan een plek die veel voor me betekent.” Daarna volgde een proeftijd van twee maanden. “Het belangrijkst was of ik in het team paste, bier tappen kun je leren.”
Vrijwilliger zijn is niet altijd makkelijk, vertelt Roos, vooral niet aan de deur. “Je bent het filter voor wie binnenkomt, en wie binnen is, bepaalt mede de sfeer.” Bij één groepje voelde ze meteen dat er iets niet klopte. Ze reageerden afstandelijk op haar uitleg van de regels en toen ze hen binnen observeerde, probeerden ze haar zelfs om te kopen. “‘Hier’, zeiden ze, ‘een tientje, dan kunnen wij doen wat we willen.’” Ze verzocht hen te vertrekken. “Er passen maar 230 mensen in De Trut, ik vind het belangrijk om zowel de sfeer als ruimte te bewaken voor queers en ally’s.”
Roos is nog steeds vrijwilliger en zette daarnaast het feest Lesbique op, dat in Club ChUrch plaatsvindt. “Het idee ontstond tijdens een maandagse nazit in De Trut; oud-vrijwilliger Micha bedacht de naam.” Elke zondag is ze blij dat ze in het voormalige lettermagazijn aan de Bilderdijkstraat een fijne avond neer kan zetten. “Ik vind het belangrijk dat iedereen in De Trut vrij kan experimenteren, en dat queers wereldwijd baat hebben bij de opbrengst.”
2015–2025, jona bosman (bezoeker)
Jona Bosman (27, zij/haar) kwam in 2017 als achttienjarige voor het eerst in De Trut voor de documentaire De gay babyboom, waarin zij en haar moeders werden gevolgd. Tijdens de opnames had de maker van de documentaire Pim Mookhoek haar al enthousiast gemaakt voor De Trut, en die avond voelde Jona zich meteen op haar plek. “Pim kende iedereen, ik voelde me omarmd.”
“op andere plekken ben je een bezoeker, bij de trut geven ze echt om je”
De vrijwilligers creëren voor Jona het thuisgevoel dat ze bij De Trut heeft. Dat besefte ze vooral toen ze na een periode van wekelijkse aanwezigheid even wegbleef. “Dorien, een van de vrijwilligers, stuurde me toen een berichtje: ‘Je bent lang niet geweest, gaat alles wel goed?’ Dat gebeurt op andere plekken niet. Daar ben je een leuke bezoeker, maar bij De Trut voelt het alsof ze echt om je geven.”
Van 2015 tot nu zag Jona hoe De Trut kleine veranderingen doormaakte. Zo ontstond het ‘glitterdildo-rooksysteem’ nadat het piepkleine rookhokje achter de dj-booth dicht moest. Om geluidsoverlast bij de voordeur te voorkomen, mocht je alleen roken als je een van de zes waterflessen met een glitterdildo erop gemonteerd in je hand had. “Als ik buiten een luchtje ging scheppen zette ik die van mij soms op de grond en rolde die het fietspad op, waardoor fietsers moesten uitwijken. Dan riep ik: ‘Sorry, dat is m’n glitterdildo’”, vertelt Jona lachend, “zo vaak werd ik op maandag onder de glitters wakker.”
De coronaperiode liet zien hoe belangrijk De Trut is voor de Amsterdamse queer gemeenschap. Toen de deuren na de lockdowns weer opengingen, hield zelfs de stromende regen Jona niet tegen om in de rij te gaan staan. Tegenwoordig gaat ze bijna wekelijks en kijkt ze uit naar de viering van het 40-jarig jubileum in Tillatec, waar ook de nieuwe documentaire over De Trut van Pim Mookhoek vertoond wordt.
Wat het komende decennium ook brengt, voor Jacques, Martijn, Roos en Jona blijft het voormalige lettermagazijn aan de Bilderdijkstraat een plek waar ze zich thuis voel(d)en.