exclusief interview
“We moeten stoppen met ervan uitgaan dat iedereen hetero is”
Regisseur Andrew Haigh en acteurs Andrew Scott en Jamie Bell over All Of Us Strangers
Regisseur Andrew Haigh en acteurs Andrew Scott en Jamie Bell vertellen over de magisch-realistische queer film All Of Us Strangers, filmen in je ouderlijk huis en over wie tegenwoordig welke rollen zou mogen spelen.
e Londense scenarioschrijver Adam woont eenzaam in een flat en flirt af en toe met een buurman. Als hij op een dag zijn oude woonplaats bezoekt, ziet hij zijn vader lopen. Vreemd, want zijn ouders kwamen om in een auto-ongeluk toen Adam 11 was. Als hij z’n vader achtervolgt naar het huis waar Adam opgroeide, treft hij daar allebei z’n ouders in levenden lijve aan. Dat is de opzet van de nieuwe film van Andrew Haigh (Weekend, Looking). Winq sprak met hoofdrolspeler Andrew Scott (Fleabag, Sherlock Holmes), Jamie Bell (Billy Elliot, Fantastic Four) die Adams vader speelt, en regisseur Andrew Haigh.
“ik wilde de relatie tussen queerness en familie in beeld brengen”
De film is gebaseerd op de roman Strangers van Japanse schrijver Taichi Yamada. Was het een bewuste keuze om het horror-element van het origineel eruit te halen en er een queer verhaallijn in te stoppen?
Andrew Haigh: “Het origineel is echt een traditioneel horrorverhaal, en dat trok me gewoon niet zo erg. Maar ik vond het uitgangspunt van de roman erg mooi, dat je je overleden ouders opnieuw ontmoet en dat je leert om te gaan met je verleden. Ik wist dat ik er een queer verhaal van moest maken als ík dit project zou gaan maken. Ik wilde juist de relatie tussen queerness en familie in beeld brengen, wat daar de complicaties van zijn, en welk effect dat op je zelfbeeld kan hebben.”
Waarom wilde je er zo graag een queer verhaallijn in hebben?
AH: “Ik vind het belangrijk dat queer verhalen verteld worden. Er zijn dingen die ik in mijn werk wil vertellen over hoe het vóelt om queer te zijn. We hebben veel vooruitgang geboekt door de jaren heen, maar we moeten altijd op onze hoede blijven. Er is altijd wel iemand op zoek naar een vijand. Bij onze gemeenschap komt vaak een bepaalde eenzaamheid kijken. Niet dat je automatisch eenzaam bent omdát je queer bent, als queer persoon heb je toch vaak het gevoel dat je er nét niet helemaal bij hoort. Natuurlijk ontmoeten we elkaar in queer clubs en cafés, maar die hebben ook weer hun eigen facetten die iemand zich eenzaam kunnen laten voelen. Er lopen veel gekwetste mensen rond die rottige dingen hebben meegemaakt, wat weer z’n uitwerking heeft op hun sociale contacten.”
Merk je dat het in het huidige klimaat moeilijker wordt om queer verhalen te vertellen?
AH: “Het is juist makkelijker dan eerst. Toen ik de film Weekend maakte, was die erg moeilijk van de grond te krijgen. De uitdaging is denk ik om een queer verhaal te vertellen op een manier die mainstream aanvoelt.”
Andrew Scott en Jamie, hoe raakten jullie als acteurs bij deze film betrokken?
Andrew Scott: “We waren meteen enthousiast over het script, dat is echt uitzonderlijk goed. Gelukkig is het script tijdens het maken van de film grotendeels intact gebleven. Ik vind het personage van Adam mooi, en herkende me erg in hem. Niet alleen het onderwerp van de film, maar ook de manier waarop het verhaal verteld wordt, het uitgangspunt is gedurfd. Volgens mij kunnen filmliefhebbers dat waarderen: een uniek uitgangspunt en sterke dialogen.”
Jamie Bell: “Ik bewonder het werk van Andrew Haigh al jaren. Ik hoefde het script van tevoren niet eens te lezen, toen ik hoorde dat Andrew Haigh de regisseur was en Andrew Scott de hoofdrolspeler, zei ik meteen ja. Toen ik vervolgens het script las, en zag dat elk personage zo mooi weergegeven werd, terwijl er toch ruimte overbleef om iets van jezelf eraan toe te voegen, was ik helemaal verkocht. Tijdens het maken van de film was dat ook echt zo: Andrew heeft veel van zichzelf in deze film gestopt, maar gaf iedereen ook de ruimte om hun personage ‘eigen’ te maken.”
De scènes in het ouderlijk huis van Adam zijn opgenomen in het huis waar je zelf opgroeide. Hoe kwam je erbij om daar te filmen?
AH: “Ik was daar al een jaar of veertig niet geweest. Toen ik een jaar of 10 was zijn we verhuisd. Toen ik het script schreef moest ik steeds aan mijn ouderlijk huis denken, dus voordat we aan de opnames begonnen wilde ik graag nog eens die buurt bezoeken. Toen kreeg ik steeds meer het idee dat ik de scènes met Adams ouders daar wilde laten plaatsvinden. Dus ik heb gewoon aangeklopt, een of andere gast deed open, ik legde uit wat ik wilde doen en dat vond hij prima. Ik heb het huis toen hier en daar opnieuw ingericht, zodat het weer meer op mijn ouderlijk huis ging lijken. Het was een fascinerende ervaring om daar te zijn. Ik was niet bepaald een gelukkig kind, dus het voelde vreemd. Maar ik ben blij dat ik het heb gedaan, het voelde louterend en het gaf de film een basis in de realiteit. Ik denk dat de acteurs er ook iets aan hadden.”
Andrew Scott en Jamie, hoe was het voor jullie om in dat huis te spelen?
AS: “De regisseur was daar heel voorzichtig mee, hij wilde ons niet te veel ‘lastigvallen’ met zijn jeugdherinneringen. Wat dat betreft was het eigenlijk net een gewone filmset. Terwijl wíj juist aan hem vroegen: is dit niet superraar voor je? Dat iemand nu een broodje eet in jouw kinderslaapkamer?”
JB: “Of dat ‘Billy Elliot’ gaat poepen op jouw oude toilet?”
[Iedereen lacht hardop]
JB: “Misschien is dat een leuke kop voor het artikel? Ik heb niet écht in het toilet van z’n ouderlijk huis gepoept, trouwens. Maar even serieus: je brengt een hoop tijd door op een set zonder dat je iets te doen hebt, en dan keek ik vaak naar hoe Andrew de set voorbereidde. Ik heb hem een paar keer gevraagd of het eruitzag zoals hij verwachtte, en of het niet emotioneel voor hem was om op deze plek te filmen. Ik kon duidelijk zien dat hij aangedaan was, dat het iets met hem deed. Het was een unieke ervaring die hij denk ik niet echt met iemand kon delen. Als bij een werk van fictie oprechte, persoonlijke elementen komen kijken, tilt dat het naar een hoger niveau. Dat voel je ook als je de film kijkt, er hangt een onuitgesproken spanning.”
Je vorige queer project, Looking, kreeg best wat kritiek vanuit de queercommunity, omdat sommigen zichzelf er niet in herkenden. Ben je bang dat dat nu weer gebeurt?
AH: “Weet je, dat soort reacties zullen vast weer komen. Ik heb veel geleerd van de ervaring met Looking. Het was destijds erg pijnlijk, hoeveel we door leden van de gemeenschap werden aangevallen.”
Maar je kreeg ook complimenten, mag ik hopen?
AH: “Absoluut. Ik weet dat Looking voor veel mensen iets heeft betekend. Nu we een paar jaar verder zijn, komen er nog steeds mensen naar me toe om te vertellen dat ze van Looking hebben genoten en dat die serie ze veel heeft gedaan. Weet je, ik kan alleen mijn visie van de wereld en mezelf binnen die wereld vertellen. Deze film is in zekere zin mijn visie op mijn queerness, en hoe ik me binnen deze wereld voel. Als ik naar andere queer films of series kijk, vind ik het prima als ze niet mijn persoonlijke verhaal vertegenwoordigen, maar dat van iemand anders. Dat is toch juist mooi? Voor míj werkt deze film, hopelijk vinden mensen hem mooi, en zo niet, dan kan ik er niet zoveel aan doen.”
“ik had het gevoel dat ik het personage goed begreep dankzij m’n eigen ervaringen”
Hoeveel van jezelf hebben jullie als acteur in jullie rollen gestopt?
AS: “Heel veel, denk ik. Maar dat doe ik eigenlijk altijd, ongeacht welk personage ik speel. Ik had het gevoel dat ik het personage goed begreep dankzij m’n eigen ervaringen, hoe het was om op jongere leeftijd met mijn gevoelens te worstelen. Het was persoonlijk.”
JB: “Ik heb zelf drie kinderen, dus al toen ik het script las, kwam het idee dat je er op een dag niet meer bent voor je kinderen, hard aan. Daar wil je als ouder eigenlijk niet over nadenken. Ik ben zonder vader opgegroeid, dus het was erg bijzonder om een vader te spelen die op een bijzondere wijze contact heeft met zijn zoon.”
De grens tussen werkelijkheid en fictie is nogal ambigu in de film. Was voor jullie zelf wel compleet duidelijk wat wel en niet echt was?
AS: “Je kunt je eigen interpretatie erop loslaten. Er zijn geen foute conclusies, denk ik. Ik vind het prachtig dat de film op zoveel verschillende manieren geïnterpreteerd kan worden, volgens mij is dat ook wel expres zo gedaan.”
AH: “Klopt. Ik had wel vrij helder op m’n netvlies wat de logica van het verhaal is. Tegelijkertijd wilde ook wel dat kijkers van de film zich af en toe zouden afvragen wat echt was en wat niet. Alsof je net wakker bent geworden, terugdenkt aan een droom en probeert uit te vogelen hoe die droom ook alweer in elkaar zat.”
JB: “Tijdens het maken waren we daar niet zo mee bezig. Ik vind dat Andrew het verhaal heel smaakvol in beeld heeft gebracht, en tegelijkertijd begreep dat sommige aspecten wat absurd over konden komen. Ik denk vooral aan de scène waarin Andrew Scott in z’n veel te kleine pyjama in bed kruipt terwijl z’n overleden moeder een slaapliedje voor hem zingt. Dat ziet er best absurd uit. Maar het is zo oprecht in beeld gebracht, dat het publiek er volgens mij wel in meegaat.”
AS: “Het leven zélf is ook absurd! Iedereen vormt op z’n eigen manier herinneringen, daar zit ook een bepaalde absurditeit in.”
Er woedt al jaren een discussie of queer rollen vooral door queer acteurs gespeeld moeten worden. Wat vinden jullie daarvan?
AH: “Ik snap wel dat erover gediscussieerd wordt, en ik vind met name dat we moeten zorgen dat trans rollen gespeeld worden door trans acteurs. In het geval van deze film wist ik dat ik nóóit een hetero acteur zou casten in de rol van Adam. Ik wilde dat de acteur begreep hoe het was om op te groeien als gay persoon in de jaren 80 en 90. Dat is een specifieke ervaring. Persoonlijk vind ik dat het er echt vanaf hangt wie het personage is, wat de rol is. Andrew is een fantastische acteur en hij speelt deze rol op een geweldige manier, niet omdát hij gay is, maar door zijn homoseksualiteit heeft hij deze rol wel sterker kunnen vertolken.”
AS: “Ik ben het ermee eens dat we gevallen individueel moeten beoordelen. Het is superbelangrijk dat we zowel voor de camera als achter de camera representatie hebben en dat daar op de set ook een dialoog over is. Acteren is per definitie een transformatie ondergaan. Wat voor de ene rol prima is, kan voor een andere rol juist totaal ongepast zijn. Ik vind dit geen kwestie waar je zwart-wit over kunt denken.”
JB: “Dat was zo eloquent, daar kan ik eigenlijk niets aan toevoegen.”
Voor jou, Jamie is het natuurlijk anders om een rol van een homoseksueel personage aangeboden te krijgen, dan voor Andrew Scott. Hoe zou je die afweging maken?
JB: “Dat heeft, denk ik, vooral met het script en het personage te maken. Wie is hij? Wat is zijn geschiedenis? Wat breng ik zelf mee? Dat is ontzettend belangrijk.”
AS: “Ik vind het ook belangrijk dat we moeten oppassen met aannemen wat iemand z’n seksuele voorkeur is, alleen omdat diegene er in de media nooit iets over heeft gezegd.”
Eens.
AS: “Dat vind ik erg belangrijk. Ik ken zóveel mensen die heel fluïde omgaan met hun seksualiteit, en ervoor kiezen om daar niet publiekelijk over te spreken. Niemand zou publiekelijk over hun seksualiteit hoeven spreken als ze zich daar niet prettig bij voelen. Onafhankelijk van of ze 19 of 70 jaar oud zijn. We moeten vooral ophouden met er steeds maar vanuit gaan dat iedereen hetero is. Ik weet nog dat mij als jongetje werd gevraagd of ik al een vriendinnetje had, of dat een taxichauffeur ernaar vroeg, en me meteen een gevoel bekroop van ‘oh nee, er klopt iets niet aan me, nu moet ik deze persoon een teleurstellend antwoord geven!’. Als we zouden ophouden met aannames doen over andermans seksualiteit, en wat minder met labels bezig zouden zijn, zou dat een grote verbetering zijn. Het is wel een fascinerend onderwerp.”
All Of Us Strangers is nu te zien in de bioscoop.