column

“Laat je niet misleiden door het opportunisme van de VVD”

Rocher Koendjbiharie over de hypocrisie van Yeşilgöz

Leestijd: 3 min

Rocher Koendjbiharie verwondert zich keer op keer over het opportunisme van de VVD. Een partij die zegt zich in te willen zetten voor de Nederlandse lhbtq-gemeenschap, maar daarbij vaak steken laat vallen. “Yeşilgöz’ Pride-boodschap was nauwelijks serieus te nemen.”

Als er iets is wat me laat lachen maar wat me ook het bloed onder de nagels vandaan haalt, dan is het wel de hypocrisie van de VVD. Aan het begin van Queer & Pride 2023 tweette demissionair justitieminister, messias van de VVD en voormalig socialist Dilan Yeşilgöz dat ‘we’ vrijheid vieren, de vrijheid om te kunnen zijn wie je bent en te kunnen houden van wie je wil. Ze vervolgde met dat die vrijheid niet vanzelfsprekend is en dat ‘we’ er daarom voor moeten blijven strijden. Yeşilgöz schroomde echter niet om een jaar eerder de ‘woke-beweging’ naast extreemrechts te zetten als bedreiging voor de democratische rechtsstaat. Afgezien van het feit dat Yeşilgöz ‘woke’ niet lijkt te kunnen definiëren (de meeste tegenstanders weten niet wat 'woke' echt betekent), leek ze hier even vergeten dat juist de kwade geesten achter the war on woke ook de lhbti+ gemeenschap onder die beweging scharen.

Yeşilgöz’ Pride-boodschap leek warm en vriendelijk, maar is nauwelijks serieus te nemen als we kijken naar het trackrecord van de VVD in relatie tot de queergemeenschap. De VVD laat zich graag leiden door ophef, waait mee met bijna elke wind en probeert overal stemmen bij elkaar te sprokkelen. Zo stelde Yeşilgöz onlangs samenwerking met de PVV niet op voorhand uit te sluiten. Een partij wier leider twee jaar geleden nog stelde dat er geen Turkse of Marokkaanse bewindslieden mochten zijn en dat ‘die Yeşilgöz’ met haar Turkse nationaliteit absoluut niet in het kabinet thuishoorde. Inmiddels heeft Wilders zijn toon over Yeşilgöz haar dubbele nationaliteit gematigd, en probeert Yeşilgöz al een langere tijd van haar dubbele nationaliteit af te komen. De PVV en VVD flirten dus door, terwijl de PVV absoluut geen vriend is van onze gemeenschap.

“pas wanneer solidair zijn met de queergemeenschap mogelijk stemmen oplevert, positioneert de vvd zich graag vooraan”

Een recent en exemplarisch voorbeeld van het gebrek aan standvastige solidariteit van de VVD met de queergemeenschap is de Transgenderwet. Oud-minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker, een VVD’er nota bene, diende in 2019 een wetsvoorstel in dat het voor trans personen mogelijk moet maken om hun geslachtsregistratie makkelijker aan te passen. Op dit moment is daar nog een deskundigenverklaring van een zorgverlener voor nodig, hoewel zorgverleners zelf aangeven dat deze weinig nut heeft. Yesilgöz stelde destijds als Kamerlid groot voorstander te zijn van het afschaffen van de verklaring.

Het debat over de wijziging en de gecreëerde ophef door transfobe organisaties leidden ertoe dat de VVD uiteindelijk van mening veranderde en zich kritisch opstelde over de door hun eigen partij voorgestelde wetswijziging. Toen de Tweede Kamer in september 2022 debatteerde over het wetsvoorstel, werd erop gewezen dat de VVD in 2021 het Regenboogstembusakkoord ondertekende, waarmee zij verklaarden zich onder meer in te zullen spannen voor de nieuwe Transgenderwet. Daarop reageerde VVD-Kamerlid  Ulysse Ellian: “Maar wij hebben nooit gezegd dat we dat akkoord integraal zouden uitvoeren.” Tegelijkertijd luidt het standpunt over lhbti-kwesties op de site van de VVD nog altijd: “We willen de positie van LHBTI’ers in Nederland verder versterken. Hun rechten mogen niet worden teruggedraaid of aangetast.” Op 7 september werd de Transgenderwet controversieel verklaard door onder andere de VVD, wat betekent dat deze niet meer behandeld wordt tot er een nieuwe regering is.

Deze onstandvastigheid is niets nieuws, maar eerder typerend voor de VVD. Mark Rutte bestempelde de VVD graag als ‘voorvechter van homorechten’. In 2017 schroomde hij niet om te beweren dat de VVD “op grond van liberale principes voorvechter was van zaken als het homohuwelijk, euthanasie en abortus”. Een factcheck van NRC een week later wees toch iets anders uit. In de jaren negentig is tweemaal gestemd over de opheffing van het wettelijk trouwverbod voor mensen van gelijk geslacht: een keer in 1996 en nogmaals in 1998. Beide keren stemde de VVD verdeeld. NRC concludeerde dat de VVD niet beschouwd kan worden als voorvechter van het ‘homohuwelijk’.

Op sommige vlakken lijkt de VVD wel moeite te doen voor de lhbti+-gemeenschap. Zo waren ze mede-indiener van een initiatiefwet over het bestraffen van homogenezing (een wet waar de Raad van State vervolgens kritisch over was omdat deze, ironisch genoeg, in strijd is met grondrechten zoals de vrijheid van godsdienst) en zijn ze altijd van mening geweest dat mannen die seks hebben met mannen ook bloed mogen doneren. Toch laat hun inzet voor onze gemeenschap zicht het best als veranderlijk en opportunistisch beschrijven. Pas wanneer solidair zijn met de queergemeenschap mogelijk stemmen oplevert, positioneert de VVD zich graag vooraan. Met oog op de aankomende verkiezingen is het goed om de partij en hun onberekenbare inzet voor onze gemeenschap goed in de gaten te houden. Zeker nu hun grote leider ermee stopt, zullen ze overal zielen proberen te winnen.

Beeld: Isabell Janssen - Outsider.i

Powered by Labrador CMS