“Ik dacht hetero te zijn, tot een algoritme me bearcontent begon te voeren”

Een duwtje van het algoritme

Leestijd: 6 min

Wat als algoritmen eerder door lijken te hebben dat je gay, bi of non-binair bent dan jijzelf?

tessel ten zweege (25, zij/haar): “ik weet niet of ik uit de kast was gekomen als internet niet had bestaan”

“Als nietsvermoedende heteroseksuele vrouw scrollde ik vijf jaar geleden op Instagram. Ik stuitte op een felgekleurde infographic die drie mythes over biseksualiteit ontkrachtte. Aandachtig las ik de post door, als daad van allyship voor mijn bi vriendinnen. De week erna kwam ik Robyn Ochs, biseksuele activiste, tegen op mijn explore page. Drie posts later zag ik wéér een educatief plaatje over biseksualiteit.

Op de een of andere manier leerde het algoritme dat ik deze posts interessant vond, misschien bleef ik er net iets langer bij hangen dan bij andere posts op the gram. Er werden me om de haverklap filmpjes van biseksuele celebrity’s voorgeschoteld en accounts die gericht waren op een bi+ publiek. Pas een maand later viel bij mij het kwartje: het leek wel alsof het Instagram algoritme eerder wist dat ik bi was dan ikzelf.

Ik weet niet of ik uit de kast was gekomen als het internet niet had bestaan. Voordat ik op Instagram zat, had ik al weleens met een meisje gezoend, maar in mijn omgeving was het heel normaal als heterovrouwen met elkaar stonden te tongen tijdens het uitgaan. De gevoelens die ik had voor vrouwen en gender nonconforming mensen, herkende ik niet als een onderdeel van biseksualiteit.

Tessel ten Zweege.
Tessel ten Zweege.

Ik vind het lastig om toe te geven dat het internet zo’n grote rol heeft gespeeld in het ontdekken van mijn queerheid, omdat dit narratief tegenwoordig wordt gekaapt door conservatieve politici. Freek Jansen van Forum voor Democratie beweerde bijvoorbeeld in de Tweede Kamer dat kinderen ineens queer en trans worden omdat ze op TikTok zitten en daar ‘queerpropaganda’ zien.

Ik geloof ook dat het internet van grote waarde is in de zoektocht naar je identiteit, maar ik zie dat juist als iets positiefs. Labels vinden die bij je passen, kan veel uitmaken voor je levensgeluk en zelfvertrouwen. Het internet kan je net dat laatste steuntje in de rug geven. Daarom komt het thema queerheid en internet veel terug in mijn werk: Ik maak er ook een webserie over.”

tijmen louwen (24, hij /hem): “ik denk dat we het tegelijk doorhadden, het algoritme en ik”

“In 2012 was ik net op kamp geweest met groep acht. Het was een hete zomer en het clipje van Carly Rae Jepsens ‘Call Me Maybe’ was trending op YouTube. Daarin speelt een superknappe jongen. Hij lijkt aanvankelijk de love interest van Carly Rae Jepsen. Aan het eind van de clip zie je dat hij zijn nummer geeft aan haar mannelijke bandlid: hij blijkt dus gay te zijn.

Die video deed echt wat met me. Vervolgens belandde ik in een algoritme dat me meer video’s aanraadde waarin een man het lustobject was. Mijn seksuele identiteit zat natuurlijk altijd al in me, maar ik had YouTube nodig die me video’s aanraadde van bijvoorbeeld gay mannen die Grindr gebruikten om echt mijn interesse te wekken en er zelf achteraan te gaan. Alle nieuwe dingen die ik heb geprobeerd in de queer community heb ik opgepikt op sociale media.

Tijmen Louwen
Tijmen Louwen.

Toen ik op Instagram een paar homoseksuele influencers ben gaan volgen, stond mijn hele explore-pagina vol met gay mannen met ontbloot bovenlijf. Ik denk dat een algoritme maar een klein vermoeden hoeft te hebben en het duwt je zo de goede richting in. Maar goed, het algoritme moet dat natuurlijk ook ergens van kunnen oppikken. Ik denk dat we het tegelijk doorhadden, het algoritme en ik.

Soms is queer content consumeren niet per se bemoedigend: er staan op YouTube ook veel video’s over coming-outs die helemaal niet goed verliepen. Ook maak ik me zorgen over de schoonheidsidealen die er zijn in de gay community. Vooral op Instagram en Grindr krijg je als gay man duidelijk het idee dat je er op een bepaalde manier uit moet zien: dun, knap en gespierd. Sociale media kunnen je daarmee juist onzeker maken over wie je bent. Gelukkig ging het uit de kast komen voor mij wel goed. Mij heeft het internet bevestiging gegeven dat het oké is om gay te zijn.

bappie kortram (32, hij /hem): “ik dacht hetero te zijn, tot een algoritme me bearcontent begon te voeren”

“Op m’n 20ste ging ik in transitie. Toen zat ik al ruim drie jaar op Tumblr, wat een fantastische site is, maar wel heel erg gefocust op witte en dunne mensen. Als volle trans man ging ik daarom op zoek naar bodypositivity op Tumblr, en typte ik zoektermen in als #fatboy om mezelf gerepresenteerd te zien

Op een gegeven moment begon het algoritme me alsmaar bearcontent te voeren: bears zijn een subcultuur binnen de homogemeenschap die bestaat uit behaarde mannen met een stevige bouw. Eerst dacht ik: Ik ben helemaal niet homo, ik ben een heteroseksuele trans man. Dat gevoel werd versterkt toen mensen me foto’s lieten zien van de mannen die ze knap vonden. Dat waren meestal dunne mannen met blond haar en blauwe ogen die ze dan de knapste man van Nederland noemen. Ik was ervan overtuigd: deze man doet mij niks, dus ik val niet op mannen. Maar op een gegeven moment kreeg ik zoveel bearcontent op mijn tijdlijn, en was mijn bear-obsessie zo aanwezig dat ik dacht: ben ik dan toch een beetje gay?

Bappie Kortram
Bappie Kortram.

Eerst wist ik niet zeker of ik die bear body’s wilde op een seksuele manier, of dat ik een van hen wilde zijn. Het is soms een dunne lijn tussen gender envy of seksuele aantrekkingskracht. Toen ik plaatjes van latino en zwarte bears zag, was ik verkocht. Ik dacht: damn, dit is sexy. In die tijd was er ook nog pornografie op Tumblr, waar ik voor het eerst porno zag van dikke mensen die met elkaar naar bed gingen. Dat deed niet alleen wat voor mijn zelfbeeld in de vorm van representatie, maar het wond me ook op. Nu besef ik gewoon: ik vind dikke mannen geil, en ik val meer op mensen van kleur.

Wat wel lastig is, is dat sommige bears voornamelijk op zoek zijn naar andere cis gay mannen, en zich niet per se heel inclusief opstellen jegens trans personen. Toch heb ik dit jaar meegedaan aan de Mister Bear Netherlands-verkiezing. Eerst wist ik niet zeker of ik daar als trans man aan mee mocht doen, maar toen ik daar was, zag ik zelfs dat er een Miss Bear-verkiezing bestaat en dat er ook lesbische bears zijn. Zo leuk!”

jamela meyrat (28, hen /hun): “posts over autisme leidden me naar mijn genderidentiteit”

“Ik ben non-binair en neuro-queer. Voor mij betekent dit dat mijn autisme verweven is met mijn genderidentiteit. Het gevoel dat ik geen vastomlijnd gender heb, komt waarschijnlijk voort uit mijn autisme en mijn verzet tegen labels. Veel mensen met autisme ervaren dit.

Psychotherapeuten beweren dat mensen met autisme hun gevoel van gender niet goed ontwikkeld hebben en zich daarom als non-binair identificeren, maar dat vind ik pathologiserend. Wat wel klopt, is dat mensen met autisme moeite kunnen hebben met sociale normen rondom gender, die voor ons willekeurig voelen. Waarom zou ik me naar een genderstereotype moeten gedragen?

Op sociale media volg ik veel accounts over autisme. Zo kwam ik ineens de hele tijd posts tegen die het begrip neuroqueer uitlegden. Zo heeft een algoritme vol posts over autisme me uiteindelijk naar mijn genderidentiteit geleid. Mijn vrienden zijn ook voornamelijk nonbinair en bijna allemaal autistisch. Veel van hen leerde ik via Instagram kennen, waar we infographics en TikToks over autisme delen en berichten over gender en autisme uitwisselen.

Jamela Meyrat
Jamela Meyrat.

Het internet speelde een grote rol in mijn ontdekkingstocht. Op Tumblr zag ik voor het eerst verschillende genderidentiteiten, waaronder non-binair. Dat opende een wereld voor me en gaf woorden aan mijn gevoelens. Vooral het begrip genderdysforie raakte me. Ik worstelde met mijn lichaam, een laag zelfbeeld en voelde dat er meer aan de hand was dan enkel onzekerheid. Ik was jaloers op het lichaam van mijn broer, zonder te begrijpen waarom. Het internet leidde me verder naar informatie over gender en queer identiteiten, ook uit andere culturen en met verschillende lichaamstypes. Dat laatste is belangrijk, want vanwege mijn ‘te hoge’ BMI mag ik bepaalde operaties niet ondergaan.

Er wordt weleens gezegd dat ‘iedereen ineens queer is door het internet’, maar dat klopt niet. Het internet verbindt ons en helpt ons woorden te vinden voor wat we voelen. Het biedt gemeenschap en begrip, zelfs als het alleen online is. Online vind ik ook steun van mensen die net als ik gewichtsgerelateerde uitdagingen hebben en een operatie willen ondergaan. In het echte leven begrijpen mijn dunne vrienden dat niet, maar online vind ik herkenning.”

Beeld: Chris en Marjan

Powered by Labrador CMS