interview

Hoe verhelp je een chemseksverslaving?

Chemical Love

Leestijd: 10 min

Nu steeds meer mensen zich verliezen in chemseks, seks onder invloed van drugs, wordt laagdrempelige, effectieve zorg belangrijker dan ooit. “De verslavingszorg vindt het moeilijk om seksualiteit en zeker homoseksualiteit bespreekbaar te maken.”

Pas bij zijn derde behandeling kwam de doorbraak. Een vrouw die zelf ook herstellende was van drugs, durfde Thom de vragen voor te leggen die niemand hem eerder had gesteld. Over de vernietigende rol die drugs en seks in zijn leven hadden ingenomen. “Kun je dat wereldje achter je laten?”, vroeg ze. “Hoe zou dat voor jou zijn?”

“Ik voelde me bij haar heel veilig”, zegt Thom (26) in zijn appartement in de buurt van Sittard. “Ze stelde vragen zonder dat daar een oordeel aan vast zat.” Bevrijdend, maar ook beangstigend: nu moest hij er iets mee. De vrouw, van zijn leeftijd, is twee jaar later nog altijd een “veilige haven” voor hem. “Bij haar kan ik eerlijk zijn.”

Drugs en seks is een steeds vaker voorkomende combinatie, vooral bij seks tussen mannen. En net als bij drugsgebruik zonder seks gaat dat ook weleens mis, bijvoorbeeld als de weekenden zo worden overgenomen door chemseksfeestjes, dat werk, vrienden of familie eronder lijden. Of als seks zónder drugs niet meer lukt.

Voor veel verslavingsklinieken is chemseks echter onontgonnen terrein. Ze komen het fenomeen wel al enkele jaren tegen, maar wetenschappelijk bewezen behandelingen of protocollen zijn er niet. Op hun beurt zijn ook veel soapoli’s van de GGD’en nog onwennig in het praten over drugs, terwijl de doelgroep daar wel vaak komt.

“chemseks stond in nederland nauwelijks op de kaart”

Langzaam komt daar verandering in, blijkt uit een rondgang van Winq langs klinieken en GGD’en verspreid over Nederland. Bij zorgverleners in Limburg tot Groningen, en van Arnhem tot Rotterdam, staat chemseks inmiddels op de radar.

normalisatie & kruisbestuiving

Uit het eerste onderzoek naar chemseks in Nederland, in 2015 uitgevoerd door drugsorganistie Mainline, bleek nog geen enkele verslavingsinstelling een specifieke chemseksbehandeling aan te bieden. “Chemseks stond in Nederland nauwelijks op de kaart”, zegt veldwerker en onderzoeker Leon Knoops. Victas en Solutions hadden wel al aandacht voor seksverslaving, maar niet in combinatie met drugs. GGD’en en hiv-consulenten verwezen wel door naar verslavingszorg, maar ze wisten niet of mannen daar wel goed werden geholpen.

Sindsdien is chemseks alleen maar populairder geworden, ziet Knoops. “Het gebruik van drugs is genormaliseerd.” Hij ziet een overlap met de opkomst van datingapps, waarmee mensen elkaar makkelijker kunnen vinden. Ook corona deed een duit in het zakje: “Mensen gingen vaker privé afspreken.” En thuis is de stap naar seks onder invloed van drugs kleiner.

Niet alleen bij mannen die seks hebben met mannen. Knoops ziet “kruisbestuivingen”: “Bijvoorbeeld een biseksuele man die naar een gay-chemseksfeest gaat, en die ervaring meeneemt naar een swingersnetwerk.” Ook het injecteren van drugs, dat slammen wordt genoemd, komt steeds meer onder hetero’s voor tijdens seks, zegt Knoops. “De swingersscene loopt altijd een beetje achter op de gayscene. Dat zag je met GHB, ketamine en nu ook bij het injecteren van crystal meth of 3-MMC.”

Mannen tijdens chemseks feest
Mannen tijdens chemseks feest

Mainline houdt individuele en groepsgesprekken. Voor mensen die meer zelfcontrole willen, of willen stoppen. Daarnaast geeft Knoops trainingen aan professionals over chemseks. “GGD-medewerkers weten vaak nog te weinig van middelen af. En de verslavingszorg vindt het moeilijk om seksualiteit en zeker homoseksualiteit bespreekbaar te maken.”

Vorig jaar sprak hij een man in het oosten van het land die was opgenomen bij een verslavingskliniek na een overdosis. “Dan zit je zes weken intern en heb je dagelijks groepssessies.” Ook met mensen met een wiet- of cocaïneverslaving. “Daar moet je dan vertellen dat je crystal meth gebruikt, en het ook nog eens injecteert. Laat staan dat hij zijn seksuele uitspattingen durfde te delen.”

chemische zelfliefde

In de familie van Thom speelde verslaving altijd al een rol. Maar daar kwamen persoonlijke trauma’s bij. Zo was hij van jongs af aan zwaarlijvig, en zijn zorgzame moeder wilde precies weten wat daarachter zat. “Daarom ben ik vanaf m’n zevende naar een kinderpsycholoog gestuurd, testen gedaan in het ziekenhuis.” Pas recent kwam hij erachter dat hij daardoor altijd heeft gedacht dat er iets mis met hem was.
Vanaf zijn negende merkte hij dat hij naar jongens keek. “Dat kon ik niet bevatten. Andere jongens waren meisjes aan het plagen, daar had ik geen zin in.” Hij werd gepest, en vaak uitgescholden voor homo. Toen hij er op zijn 12e zeker van was dat hij homo was, stond dat woord in zijn hoofd als scheldwoord gegrift.

“ik heb op jonge leeftijd geëxperimenteerd met ruigere seks dan ik had moeten doen”

Thom was 14 toen hij begon met alcohol en wiet. “Toen ik mijn eerste jointje rookte, dacht ik nergens meer aan. M’n hoofd was stil. Als ik dit iedere dag kan hebben, dacht ik, dan alsjeblieft. En dat heb ik ook gedaan.”

Op zijn 16e besloot hij ineens heel weinig te eten, en viel hij flink af. Plotseling ging hij van het gepeste naar het populaire kind, vertelt hij. “Ik kreeg ineens veel aanzien.” Op stap kwamen meer drugs om de hoek kijken. Xtc, GHB, ketamine, speed. “Mijn vrienden dronken alcohol, maar ik gooide een pilletje naar binnen.” Rond dezelfde leeftijd kwam hij uit de kast.

Toen begonnen ook de seksdates. Op Grindr merkte hij dat hij veel aandacht kreeg. Maar het romantische beeld dat hij van relaties had – zijn ouders zijn 35 jaar getrouwd – hield geen stand. “Je hebt seks, en daarna zie je elkaar niet meer.”

Al vanaf het begin kwam daar drugs bij kijken. Eigenlijk deed hij het nooit zonder, maar dat beseft hij nu pas. Ook had hij veel seks met oudere mannen. “Ik heb op jonge leeftijd geëxperimenteerd met ruigere seks dan ik had moeten doen.” Spijt heeft hij daar niet van. “Ik ben van nature geneigd tot het extreme. Ik heb nooit ‘nee’ gezegd tegen iets.” Op zijn 18de gebruikte hij dagelijks cocaïne. Op z’n 19de kwam hij in aanraking met crystal meth, die hij ook injecteerde.

thuis is de stap naar seks onder invloed van drugs kleiner.

Inmiddels weet hij waarom: “Omdat er aan mijn kant geen zelfliefde of zelfacceptatie was. Bij chemseks was dat er wel. Ook al is het chemisch. Je bent zwaar euforisch, onbevooroordeeld op dat moment. Maar daaronder zit zelfhaat.”

laagdrempelige chemsekszorg

Amsterdam heeft altijd bovenaan de Europese lijstjes gestaan als het gaat om drugsgebruik en chemseks. Door de grote vertegenwoordiging van homo’s, expats en nieuwkomers is het er makkelijker seksfeestjes organiseren. Inmiddels bieden veel ggz-instellingen hulp als mensen afglijden, zoals InGeest, of DC-klinieken.

Sinds 2015 doen promovendi bij de GGD Amsterdam onderzoek naar chemseks. “Met driekwart van de mensen die aan chemseks doen is weinig aan de hand”, zegt Henry de Vries, die de promovendi begeleidt. “Een kwart glijdt wel af. Zij krijgen psychische of lichamelijke problemen, problemen op werk of in de relationele sfeer.”

Op basis van het onderzoek heeft de GGD Amsterdam chemsekszorg laagdrempeliger gemaakt. Zoals een chemseks- inloopspreekuur en spuitomruil voor mensen die slammen. “Maar aan de verslaving kunnen we niet veel doen”, zegt De Vries. “Wij hebben geen expertise.” Dus verwijzen ze door naar Jellinek of Mainline.

“Het staat bij ons nu vier, vijf jaar op de kaart”, zegt ‘chemseks-aandachtsfunctionaris’ van Jellinek Amsterdam, Iris Harmsen. Bovenop de reguliere verslavingsbehandelingen bieden zij individuele gesprekken aan. Harmsen, die in opleiding is tot seksuoloog, traint nu regelmatig psychologen, psychiaters en intakers om chemseks te signaleren. “We hadden laatst een cliënt die al twee keer in behandeling was geweest voor cocaïne, pas de derde keer bleek er chemseks onder te zitten.”

In de hoofdstad vindt ook het halfjaarlijkse Amsterdam Chemseks Overleg plaats, waarin zeventien organisaties samenkomen, zoals de GGD, Jellinek en het Trimbos-instituut, maar ook horeca waar mannen seks hebben, zoals Club Church en Sauna Nieuwezijds. Daar bespreken ze de nieuwste ontwikkelingen, samenwerkingen, doorverwijzingen en behandelmethoden.

oordeelloos luisteren

De afgelopen jaren worden ook buiten Amsterdam initiatieven opgestart. IrisZorg, actief in Gelderland, Overijssel en Flevoland, heeft onlangs een chemseks-team opgezet. De GGD Zuid- Limburg werkt sinds een jaar samen met de regionale verslavingsinstelling Mondriaan.

Promotieonderzoek van de GGD Zuid-Limburg wees uit dat chemseks even vaak voorkomt in de grote steden als daarbuiten. Vanwege de complexe problematiek pleit Ymke Evers, die het onderzoek uitvoerde, voor meer samenwerking tussen zorgdisciplines. “Zowel in het hulpaanbod als preventie.” De GGD biedt daarom gratis gesprekken aan met een preventiemedewerker van Mondriaan, als soapoli-bezoekers over chemseks willen praten.

“Ik zag een documentaire van de BBC over chemseks in de gayscene”, vertelt deze preventiemedewerker, Arthur Kleisterlee. “Die triggerde me, omdat we heel weinig met die doelgroep deden, terwijl de gayscene vaak voorloopt met middelengebruik in het uitgaansleven. Ik dacht: kan dit mainstream worden?” Hij heeft inmiddels zo’n twintig jongens en mannen gezien, vaak meerdere keren. Daar komen altijd mooie gesprekken uit, zegt hij. “Het gaat over identiteit, mag ik bestaan? Ik ben nog nooit zo uitgedaagd om oordeelloos te blijven luisteren.”

Als ze dat willen, stelt Kleisterlee wat doelen met ze op. Ze plannen een ‘terugkomgesprek’, om te kijken of die zijn behaald. Kleisterlee kan wel verwijzen naar een behandeling, maar hij weet dat Mondriaan worstelt met het fenomeen. “Het merendeel zijn groepsbehandelingen, en daar ga je het niet zomaar hebben over bijvoorbeeld fisten.”

Omdat drugs en seks zo verweven zijn met elkaar, vraagt deze groep ook echt om een eigen aanpak, zegt Kleisterlee. “Je zou er eigenlijk een aparte groep voor willen, maar daarvoor is het aantal aanmeldingen te onregelmatig.”

perfect storm

Verslavingskliniek Antes in Rotterdam begon begin 2022 met zo’n chemseksgroep.

“Er was een perfect storm”, vertelt projectleider Anika Molenaar. “We hadden een collega aangenomen met veel ervaring met de MSM-populatie [mannen die seks hebben met mannen – red.] en chemseks, we kregen meerdere aanmeldingen van mannen die problemen hadden met seks en drugs, en hebben seksuologen in dienst.”

De therapiesessies zijn best intensief, vertelt Molenaar, zelf DGT-therapeut. “Eén keer per week is er een training over vaardigheden, er zijn individuele sessies, en eventueel traumabehandeling.” Bijna altijd speelt trauma een rol, ziet ze. Omdat het een pilot was, vroegen ze de deelnemers uitgebreid feedback te geven. Ze waardeerden het traumasensitieve, maar het mocht van hen explicieter over seks gaan.

Ze hebben nu twintig mannen in behandeling gehad, van wie een klein deel bi- of heteroseksueel. Molenaar ziet oudere mannen, die door chemseks nog een intense geilheid willen beleven. Maar ook 18-jarigen bij wie de eerste seksuele ervaring meteen met chems is. “Zij hebben nog geen idee wat ze lekker vinden, of wat intimiteit is.” En ze ziet de mannen die met chems een (misbruik)trauma proberen weg te drukken.

Bij de drie noordelijke GGD’en is het onderwerp al helemaal nieuw. “Het hangt aan verslaving, en dat is niet echt ons onderwerp”, zegt Fetzen de Groot, coördinator seksuele gezondheid voor Groningen, Friesland en Drenthe. “En seks past niet echt bij Verslavingszorg Noord Nederland.”

Maar toen hij vorig jaar de theatervoorstelling CHMSX Stories zag, wist hij dat er wat moest gebeuren. Tijdens de nabespreking ontstond er een “spontaan groepje” die nu de koppen bij elkaar steekt. Ze denken ook aan de speciale inloopspreekuren van GGD Amsterdam. “Dan krijg je niet meteen het stempel ‘verslaafd’.”

enorm dubbelleven

Spuit voor chemseks
Spuit voor chemseks

Op de 21ste verjaardag van Thom ging het mis. “Een man nodigde mij via GayRomeo [internationale Gay datingwebsite – red.] uit om naar Berlijn te komen. Om daar drugs te gaan gebruiken en seks te hebben. Ik dacht: fantastisch om zo m’n verjaardag te vieren.” Met die man gebruikte hij zo veel crystal meth dat hij in een psychose belandde. “Daarna dacht ik: dit is fout. Ik heb een enorm dubbelleven geleid. Op het vliegveld terug belde ik mijn ouders en zei: ik heb hulp nodig.”

In de jaren daarna is hij meerdere keren opgenomen, maar ook weer weggelopen. Hij is in Ierland in behandeling geweest, heeft in een safehouse gezeten in Amsterdam. Maar al die tijd kwam zijn chemseks niet ter sprake. Thom rekent dat vooral zichzelf aan. “Ik was nog niet klaar om open kaart te spelen. Wat kan de zorg beginnen, als je zelf niet eerlijk bent?”

Maar hij voelde daar ook niet altijd de ruimte voor. “In een praatgroep met mensen die blowen, drinken en speed gebruiken, was ik degene die een naald in m’n arm stak. Dat ga je niet vertellen.” Het homo-zijn bracht hij ook lang niet ter sprake. Hij wilde niet toegeven dat dat nou zo anders was dan hetero-zijn. “Maar iemand die homo is, groeit heel anders op. Vooral vanwege die mentale struggle.”

“in een praatgroep met mensen die blowen, drinken en speed gebruiken, was ik degene die een naald in m’n arm stak”

Toen hij 24 was, en voor de tweede keer naar een safehouse ging, ontmoette hij de vrouw die hem alles durfde te vragen. “Er was een instant klik. Zij is daarna ook mijn begeleider geworden.” Bij Crystal Meth Anonymous in Amsterdam hoorde hij voor het eerst andere mensen openlijk praten over chemseks.

sprong in het diepe 

Over welke behandeling werkt voor chemseksverslaafden is nog weinig bekend. Daar liep Antes in Rotterdam tegenaan. “Wat is precies de verslaving? Dat is moeilijk te definiëren”, zegt projectleider Anika Molenaar. Qua behandelmethode kwamen ze uit op de dialectische gedragstherapie (DGT), bedoeld voor emotieregulatie, die ook wordt gebruikt voor mensen die suïcidaal zijn of borderline hebben. Maar in hoeverre die, in aangepaste vorm, ook voor deze groep werkt, gaan ze nog onderzoeken. “Het is een sprong in het diepe.”

De GGD Amsterdam doet nog onderzoek naar wat belangrijke voorspellers zijn voor wie problemen krijgt bij chemseks. Zo zien ze relatief vaak nieuwe Nederlanders, die nog weinig sociaal netwerk hebben, zoals statushouders en expats.

Harmsen van Jellinek is bezig met een protocol, zodat de behandelingen op andere locaties gelijk worden getrokken. Daarin staat bijvoorbeeld welke gespreksonderwerpen aan bod kunnen komen, zoals zelfbeeld, geïnternaliseerde homofobie, gezonde seksualiteit.

Een belangrijk aandachtspunt is volgens Harmsen nog de nazorg. “In de chemseksdoelgroep komt veel suïcidaliteit voor, ook na de behandeling. Mensen lijken dan in een gat te vallen. Tijdens de behandeling is er veel steun, perspectief, structuur, maar daarna hebben mensen moeite om een gezond sociaal netwerk op te bouwen. Daar zijn we nu dus mee bezig: hoe ga je de tijd besteden die je eerder aan chemseks besteedde? Welke vrienden zijn gezond?”

de diepere laag

Thom woont nu ruim 1,5 jaar op zichzelf. Voor het eerst. Hij had in oktober, na negentien maanden clean te zijn geweest, weer een terugval, maar nu gaat het weer ietsje beter. Hij zal zich altijd verslaafd noemen, zegt hij, ook al gebruikt hij niet.

Ook drugs en seks zal hij altijd met elkaar blijven associëren. Thank you for the empty moments that felt like a dream, heeft hij op een groot bord staan in zijn huiskamer. “Dat beschrijft chemseks helemaal voor mij.”

Hij studeert nu mode in Eindhoven en wil zich later inzetten voor meer openheid in de gayscene. “Daar wordt vaak de schijn opgehouden. Over die diepere laag wordt niet gepraat. Hoe kan de zorg daar dan op anticiperen? Ik hoop dat we eerlijker naar elkaar kunnen zijn, en naar onszelf. Veroordeel jezelf niet, maar als je wat anders wil, dan is er een oplossing.”

Beeld: Censuur.com

Powered by Labrador CMS