
Binnenkijken in het Franse kasteel van Gijs & Angelo
Tussen kunst en quiche
Een kasteel kopen “voor het geval er ooit weer een lockdown komt”, wie doet zoiets? maak kennis met Gijs Stork (60) en Angelo Tromp (48). Hun droomplek in het franse landschap van Champéon is inmiddels uitgegroeid tot b&b, kunstenaarsresidentie én cultureel dorpshart.
Tijdens de eerste lockdown viel het bruisende leven van Gijs Stork en zijn partner Angelo Tromp stil. Waar ze voorheen diners, concerten en kunstprojecten organiseerden vanuit hun grachtenpand in Amsterdam, zat Gijs nu alleen thuis, omdat zijn vriend bij diens zieke vader op Aruba was. “Al onze activiteiten vielen weg”, reflecteert Gijs. “Geen gasten, geen events, niks. Ik dacht: wat doe ik hier eigenlijk?”
Toen de pandemie voorbij was en Angelo terugkeerde naar Amsterdam, besloten ze het roer radicaal om te gooien en op zoek te gaan naar een huis in het buitenland. Het idee van een nieuw soort locatie sprak hen aan: een plek met ruimte, stilte en toekomst. “We klapten onze laptops open, en dit chateau was het eerste dat we zagen. De makelaar reageerde niet, die dacht vast: weer zo’n stel Amsterdamse homo’s met een kasteeldroom dat vervolgens niet op komt dagen. Maar we zijn gewoon gaan kijken. Alles was dicht, het regende, en er zaten kettingen om de poort. Toch wisten we meteen: dit is het.”
grote verantwoordelijkheid
Het chateau bleek een prachtig historisch pand, met een duiventil, een brug en een enorme binnenplaats. “De deuren van de stallen waren vergaan, de ramen moesten worden geschilderd, het hek vervangen, maar het fundament was goed. In 2008 had er een grote restauratie plaatsgevonden, waarbij het kasteel een nieuw dak en nieuwe ramen had gekregen.”
De tekst gaat verder onder de afbeelding.

Wat Gijs en Angelo niet hadden verwacht, was dat het hele dorp hen met open armen zou ontvangen. “Het is een kleine plaats met maar 500 inwoners. We waren bang dat mensen ons als twee mannen niet zouden accepteren, maar daar was helemaal geen sprake van. We zijn meteen naar de burgemeester gegaan en dat klikte enorm. Ze kwam kijken met de gemeenteraad. Ze zou met tien mensen komen, maar bracht er maar liefst veertig mee. Ze komen nog steeds af en toe langs.” Inmiddels helpt een groep van honderd vrijwilligers – waarvan zo’n dertig heel actief – met alles, van heggen snoeien tot tuinmeubilair schilderen. “Voor de mensen hier voelt het kasteel alsof het van hen is. Tijdens de oorlog diende het als veldhospitaal, en iedereen uit het dorp sliep er omdat het er veilig was. Er is altijd een sterke band geweest tussen de gemeenschap en deze plek.”

flamboyant liefdesleven
Een van de kamers, de Chambre du Roi, bevat een paar schilderijen die voor Gijs en Angelo een bijzondere lading hebben. Aan de muur hangen portretten van Lodewijk XIV, de Zonnekoning, en zijn broer, Filips van Orléans. “Filips werd door zijn moeder als een soort ‘hofhomo’ opgevoed. Hij droeg jurken, juwelen, had een flamboyant liefdesleven en werd ook nog eens een briljant veldheer. Op het portret hier heeft hij een bloemetje in zijn hand – in de kunstgeschiedenis een subtiele hint dat iemand op hetzelfde geslacht viel. Voor ons, en de bezoekers, is het een inspirerende verwijzing naar verborgen verhalen van de regenbooggemeenschap in de Europese geschiedenis.”
kunstenaars aan huis
Aangezien ze in Amsterdam vrienden en kennissen uitnodigden voor culturele activiteiten, ontstond al snel het plan om dit ook in hun Franse kasteel te doen. Inmiddels vinden er concerten, exposities en diners plaats, en kunnen kunstenaars er terecht voor een artist-in-residenceprogramma. “We hadden hier een Georgische kunstenaar en dachten: komt daar iemand op af? Niet vanwege zijn talent, maar omdat we op zo’n afgelegen plek wonen. Maar er stond ineens 150 man op de stoep.” Ook tijdens de jaarlijkse museumnacht, een evenement dat al jaren in de omliggende dorpen wordt georganiseerd, is het chateau een trekpleister, met tot diep in de nacht dj’s, eten en kunst.
De tekst gaat verder onder de afbeelding.

eclectisch erfgoed
Het kasteel was bij aankoop helemaal leeg. Ze besloten dat niet als gemis te zien, maar als kans om het interieur helemaal zelf vorm te geven. De stijl? Eclectisch, met een knipoog. “We combineren een wandkleed uit 1740 met werk van de Nederlandse fotograaf Viviane Sassen, een meubel in Napoleontische stijl met een hedendaagse lamp.” Veel van het interieur is gevonden in Franse brocantewinkels, meegenomen uit Amsterdam of gekregen van dorpsbewoners. “We hebben al meermaals meegemaakt dat er iemand langskwam met bijvoorbeeld een oude klok en zei: ‘Deze stond ooit in het kasteel, hij moet terug naar jullie’. Die mensen hadden dat ooit van de erfgenamen ontvangen.”
Het kasteel is één groot verhalenboek. In de ene ruimte een haard uit de 12e eeuw, in de andere empire-meubels uit de tijd van Napoleon, een stijl die je ook ziet in het interieur van Paleis op de Dam. Klassiek, met invloeden uit het oude Griekenland en Egypte. “Doordat we oud met nieuw combineren, voelt het als een levend huis, dat blijft groeien.”
rampen: nul

Met hun verhaal zouden Gijs en Angelo zo mee kunnen doen aan tv-programma Ik Vertrek, maar dat zagen ze niet zitten. “Het is vaak ramptoerisme. Mensen die ziek worden, ruzie krijgen, of waar het dak instort. Wij zijn niet uit elkaar, hebben geen nare ziekte, en alles lukt eigenlijk best goed. Dit verhaal vertellen we graag op een andere manier.”
Vooralsnog pendelen de mannen heen en weer tussen Frank- rijk en Amsterdam, ongeveer om de week, maar uiteindelijk hopen ze zich permanent in het chateau te vestigen. “We zijn nog steeds werkzaam in Amsterdam, Angelo als cultureel beleidsmaker en ik als curator, maar hier bouwen we aan iets voor de lange termijn. Hier kunnen we samen oud worden. We wonen in een andere wereld, met een ander ritme, en inmid- dels voelt het dorp echt als ons thuis.”