Interview
Zeno Graton over Le Paradis: “Mannelijkheid is voor mij tederheid”
Over kwetsbare queer verhalen en masculiniteit
Met zijn drama Le Paradis, over de liefde tussen twee minderjarige gedetineerden, wil de 33-jarige Zeno Graton mannelijkheid herdefiniëren. “Masculiniteit is voor mij gemeenschapszin, solidariteit en tederheid.”
Graton neemt relaxed een slok thee op een van de vele terrassen langs de boulevard van Cannes, waar half mei het prestigieuze filmfestival plaatsvond. De Belgische regisseur maakt deel uit van de jury voor de Queer Palm, de beste titel in alle selecties die een queer verhaal onder de aandacht brengt. De stress van de afgelopen maanden is voorbij: in Berlijn beleefde zijn debuutfilm Le Paradis de wereldpremière, recent kwam de film uit in Frankrijk en België. De reacties zijn erg positief; nu is er tijd voor ontspanning.
Le Paradis is een intiem portret van twee minderjarige jongens die vastzitten in een detentiecentrum. De 17-jarige Joe staat op het punt om vrijgelaten te worden, een moment waar hij enorm naar uitkijkt. Maar de komst van nieuwe gevangene William maakt een passie in Joe los die ervoor zorgt dat hij steeds minder verlangt naar het moment dat hij weer ‘naar buiten’ mag.
Graton vormt samen met onder meer Lukas Dhont (Girl, Close) en Laurent Micheli (Lola and the Sea) een groep jonge Belgische makers die kwetsbare queerverhalen naar het witte doek brengt. De regisseur werd 33 jaar geleden geboren als zoon van een Joods-Tunesische vader en een Belgische moeder. Al jong voelde hij de behoefte zijn weg in het filmvak te vinden; om zichzelf technische en praktische kennis bij te brengen schreef hij zich na de middelbare school in voor INSAS, een gerenommeerde filmopleiding in Brussel: “Ik leerde welke verschillende lenzen er zijn, wat alle technische termen binnen de filmindustrie zijn en de geschiedenis van het medium film. Maar ook bijvoorbeeld welke invloed licht heeft op de beelden. We zaten dan een dag met een levend model in een zaal om te snappen wat de impact van de lichtval op het lichaam was.”
Was dit ook de plek waar je uit de kast kwam?
“Ik wist denk ik al lang wat ik voelde. Maar in INSAS durfde ik mijzelf wel te ‘unlocken’: ik bevond mij eindelijk op een plek waar dat kon en mocht. De openheid op INSAS voelde als een bevrijding.”
Hoe reageerde je familie op je coming-out?
“Als ik eraan terugdenk viel het mee. Mijn familie reageerde niet harder dan de manier waarop de samenleving mij al bejegende, want mijn familie is een product van die samenleving. Denk aan de manier waarop er op school, op televisie en in films wordt gepraat en gedacht over zowel mijn afkomst als mijn queerness. Als mens voelde ik me al vanaf het begin van mijn leven aangevallen.”
“Masculiniteit is voor mij eerder gemeenschapszin, solidariteit, tederheid. Dat overstijgt seksualiteit”
Op wat voor manier?
“Ik voelde me altijd al onderdrukt. Door al die beelden en vooroordelen in bijvoorbeeld de media kon ik nooit écht mijzelf zijn. Dat veranderde in INSAS. Mijn grote voordeel is daarbij dat ik white-passing ben. Omdat mijn moeder Belgisch is, kan ik doorgaan voor een wit persoon – behalve in de zomer, als ik bruiner ben. Maar over het algemeen voelt dat als een privilege. Veel neven van mij hebben dat niet.”
In je werk lijk je vooral duidelijk te willen maken dat er méér is dan de traditionele ‘mannelijkheid’ die we doorgaans in films zien.
“Ja. We krijgen altijd maar te horen dat we sterk moeten zijn, competitief, dat we niet moeten huilen. De wereld is een ratrace, anders houd je je niet staande! Ik wil een andere vorm van mannelijkheid tonen. Masculiniteit is voor mij eerder gemeenschapszin, solidariteit, tederheid. Elkaar steunen op momenten dat het moeilijk is, het creëren van een alternatieve familie. En dat overstijgt dus ook seksualiteit. De gevoelens tussen Joe en William in Le Paradis gaan veel verder dan dat.”
De passie spat van het scherm af tussen de twee personages, maar je lijkt er bewust voor gekozen te hebben geen expliciete seksscènes in de film te verwerken.
“Ik heb het idee dat makers soms denken dat dat verplicht is in een film over gay mannen. Daar is niets mis mee, en natuurlijk zijn er mannen die houden van ruwe seks. Maar er zijn ook andere smaken mogelijk, daar wil ik een lans voor breken. Bovendien hoop ik dat Le Paradis méér mensen aanspreekt dan alleen een jong queer publiek. Expliciete seksscènes kunnen juist bij dat publiek een gevoel van ongemak of schaamte oproepen. Daarmee zouden ze kunnen afleiden van het verhaal dat ik wil vertellen.”
Thematisch voel ik enorme verwantschap met Close van Lukas Dhont. Dat is blijkbaar een belangrijke boodschap voor de nieuwe generatie Belgische cineasten.
“Ja, er zijn zeker overeenkomsten. Maar in de film van Lukas strijden de jongens wel tegen de negatieve gevoelens die zij ervaren van de buitenwereld: die film gaat over het verdriet en de schaamte die daaruit voortkomen. Le Paradis viert vooral emancipatie en tolerantie: de jongens creëren hun eigen utopie. Ik wil juist laten zien waar die alternatieve mannelijkheid toe kan leiden. Niet alleen Joe en William hebben baat bij hun gevoelens, ook de rest van de groep groeit en ontwikkelt zich door die positieve energie. Zoals de samenleving ook verder zou komen als er meer tolerantie was en queer-zijn niet meer als vreemd of anders zou worden gezien.”
Le Paradis is nu te zien in de bioscoop.
Beeld: Gusto Entertainment