uit onze archieven

Party, Pride and prejudice: acteur en scenarist Joel Kim Booster over Fire Island

Leestijd: 7 min

Joel Kim Booster is verantwoordelijk voor een van de hoofd­rollen én het script van gay comedyfilm Fire Island. Winq sprak hem over de film en zijn eigen ervaringen op het roze feesteiland. “Ik wilde een vrolijk en authentiek homoverhaal vertellen.”

In Nederland zal Joel Kim Booster nog niet de meest bekende naam zijn, in de VS is deze acteur, comedian, schrijver en podcastmaker een ware celebrity. De 34-jarige multigetalenteerde Joel Kim werd geboren in Zuid-Korea als Kim Joonmin. Als kind werd hij geadopteerd door een conservatief christelijk gezin op het Amerikaanse platteland. Homoseksualiteit werd er volstrekt niet geaccepteerd, dus toen het dagboek van Joel Kim waarin hij zijn gay-zijn beschreef in handen viel van zijn adoptieouders, kon hij niet langer thuis blijven wonen. Het maakte Joel Kim sinds dat moment vooral strijdbaar.

fire island is een begrip onder amerikaanse gays als het ultieme feesteiland vlak bij new york.

Zijn homoseksualiteit vormt een centraal thema in zijn comedywerk, gecombineerd met de vooroordelen die hij als Asian-American tegenkomt in de gay-community. Dat Joel Kim de controverse niet schuwt, laat zijn eerste comedyspecial voor Netflix wel zien. Onder de titel Psychosexual behandelt hij voor Amerikaanse begrippen hot topics als zijn voorliefde voor trio’s en de beste manieren om te masturberen.

De film Fire Island is op Disney+ te zien. Joel Kim was verantwoordelijk voor het script én nam een van de hoofdrollen op zich, samen met zijn boezemvriend Bowen Yang, die net als Joel Kim een comedian, acteur én openlijk homoseksuele Asian-American is. 

Fire Island is een begrip onder Amerikaanse gays als het ultieme feesteiland vlak bij New York, met hete, seksueel geladen zomers. In de film maken hartsvrienden Noah (Joel Kim Booster) en Howie (Bowen Yang) zoals elk jaar met een vriendengroep het eiland onveilig. Doel van Noah is om de wat verlegen Howie aan de man te helpen. Noah, een gespierde posterboy, belooft daarbij dat hij zelf geen man zal aanraken voordat zijn beste vriend voorzien is.

Het script van Fire Island is losjes gebaseerd op Pride & Prejudice. Hoe ontstond jouw interesse in Jane Austens klassieker en hoe leidde die tot deze film?

“Al van kinds af aan vond ik Pride & Prejudice geweldig. Samen met mijn moeder keek ik ontelbare keren naar de BBC-miniserie met Colin Firth, zo gefascineerd was ik door het verhaal. Het boek las ik pas voor het eerst tijdens mijn studie, en later opnieuw, tijdens mijn eerste bezoek aan Fire Island. Daar begonnen de plannen voor deze film.”

Wat maakt dit ruim tweehonderd jaar oude boek –Austen schreef Pride & Prejudice in 1813 – voor jou nog relevant?

“Ik herinner me dat ik als kind de film Clueless zag. Toen ik ontdekte dat dat een bewerking van Emma was, een ander boek van Jane Austen, was dat een openbaring voor me. Ik wist niet dat je van zo’n klassiek boek zo’n hedendaagse film kon maken. Ik heb Clueless altijd in mijn achterhoofd gehouden als ideaal voor een moderne bewerking van een Jane Austin-boek. Toen ik op Fire Island Pride & Prejudice herlas, drong pas goed tot me door hoeveel overeenkomsten er waren tussen haar observaties over klassen en hoe vreselijk mensen tegenwoordig soms met elkaar omgaan, net onder de oppervlakte van de beleefde maatschappij. Het raakte me echt: homomannen kunnen precies zo zijn. We doen allemaal wel eens bitchy tegen elkaar, altijd onder het mom van afzeiken en grappen maken. De homogemeenschap is met de focus op ras, lichaamsbeeld en rijkdom soms ook een soort klassensamenleving.

Het schrijven van ‘Pride & Prejudice op Fire Island’ begon voor mij als grap – ik vond het eigenlijk een flauw idee. Later werd die grap een running gag waar mensen steeds weer opnieuw over begonnen. Daarna nestelde het zich diep in mijn brein en begon ik serieus werk van het schrijven te maken. Gaandeweg draaide het verhaal ook steeds meer om de hechte vriendschap tussen Bowen en mij. Voor mij vormt dat de kern van Fire Island.”

Hoe hebben je eigen bezoeken aan Fire Island het schrijven van het verhaal beïnvloed?

 “Die invloed is enorm geweest. Er zitten zoveel momenten in de film die direct afkomstig zijn van mijn eigen ervaringen op het eiland. Zowel plezierige als negatieve. Twee momenten springen er voor mij uit. Als eerste het aftellen tot de zonsondergang op de pier. Velen vinden het stomvervelend; mijn vrienden en ik vinden het geweldig. Voor ons is het een soort jaarlijkse familietraditie geworden om onze vriendschap te vieren. De tweede ervaring is een stuk negatiever. Ik ben een paar keer naar een huisfeest op Fire Island gegaan, waarbij iedereen me vreemd aankeek en één persoon zelfs riep dat ik in het verkeerde huis was. Die momenten waren pijnlijk en traumatiserend. Ik wil met deze film niet alleen laten zien hoe geweldig dit eiland is, hoeveel ik ervan hou homo te zijn en hoe belangrijk mijn queer-familie voor me is. Ik wil ook een andere kant van de scene laten zien, waar valsheid en uitsluiting de boventoon voeren.”

Hoe comfortabel of juist ongemakkelijk voel je je in de scene, en hoe bewaar je het evenwicht tussen die twee?

“Dat is in de loop van de jaren veranderd. Als twintiger was ik vooral bang en onzeker. Vinden mensen mij wel hot en aantrekkelijk genoeg? Heb ik wel genoeg te bieden om me welkom te voelen? Door mijn vriendschap met Bowen, die een sterke groep homovrienden om zich heen verzamelde, besefte ik dat ik hier vooral niet bezig mee moest zijn. Tegen de tijd dat we voor de tweede of derde keer naar Fire Island gingen, kon het ons niets meer schelen. Fuck deze mensen, dachten we toen allebei. Wíj zijn geweldig! We kunnen prima zonder hun bevestiging. Er zijn nog steeds genoeg mensen die me niet op hun feestjes willen hebben, maar daar trek ik me weinig meer van aan. Ik richt me nu op het zelfvertrouwen dat ik krijg van mijn gekozen queer-familie.”

Had je een bepaald publiek in gedachten tijdens het maken van de film?

“In de eerste plaats heb ik met Fire Island een vrolijk en authentiek homoverhaal willen vertellen. Als gays zijn we gewend aan films met dramatische en donkere verhalen over coming-outs, hatecrimes en de dood. Begrijp me goed, daar is zeker een plaats voor. Zulke verhalen zijn belangrijk, waardevol en prachtig, maar ik denk dat er een gebrek is aan een ander soort homoverhalen. Mijn doel met Fire Island was dat een vrolijke, grappige en wat dwaze film maken over homo-zijn. Belangrijk daarbij was dat ik het homokarakter van de film niet wilde afzwakken voor een hetero-publiek. Het verhaal van de vriendschap tussen twee jongens is immers universeel. Iedereen – of je nu homo, hetero of wat anders bent – heeft wel een vriend waar je een gecompliceerde relatie mee hebt. Ik wilde beide kanten tegelijkertijd naar voren brengen om zo een zo breed mogelijk publiek te bereiken.”

Eén kleine dialoog aan het begin van de film gaat over wat homo-emancipatie ons nu uiteindelijk gebracht heeft. Waarom heb je die in de film gestopt?

“De zin waar je op doelt is: ‘Wat is het nut van homobevrijding als je je niet een beetje bevrijd kunt voelen?’ Voor mij is dit een belangrijk punt, omdat we op dit moment nog steeds overal ter wereld moeten vechten voor gelijke rechten voor homo’s. We hebben met veel inspanning en geduld absoluut wat gevechten gewonnen. Toch denk ik dat er in de homogemeenschap regelmatig wordt gedacht dat we, nu we de rechten eenmaal binnen hebben, brave jongetjes moeten zijn, omdat die rechten anders zo weer van ons afgepakt kunnen worden. Dat is in mijn ogen een giftige houding. Alsof we altijd en overal de perfecte homo uit moeten hangen, en vooral bezig moeten zijn met het bestrijden van de clichébeelden die mensen van homo’s hebben. Zo’n onzin vind ik dat. We hebben deze strijd gestreden zodat ieder van ons oprecht en openlijk zichzelf kan zijn – ook als dat een onnozele, bitchy homo is. Vooral op een plek als Fire Island, waar alles om homobevrijding draait. Dat is voor mij de kern van deze dialoog.”

Er is een toenemende discussie over taal en van wie de taal eigenlijk is. In Fire Island horen we gays openlijk woorden als faggot (flikker) gebruiken die je misschien ongepast zou vinden als hetero’s ze in de mond zouden nemen.

“Tja, dat is gewoon de manier waarop ik met mijn vrienden communiceer. Ik wilde een authentiek verhaal vertellen over de manier waarop mijn vrienden en ik met elkaar omgaan, daarom heb ik dit bewust in het scenario geschreven. Ik begrijp alle argumenten voor en tegen, maar door ze te gebruiken pak ik de regie terug over zulke woorden. Toen ik opgroeide werd ik vaak voor flikker uitgemaakt, omdat ik vrouwelijk overkwam. Het maakte me een dankbaar doelwit voor pestkoppen. Ik haatte die kant van mezelf. Toen ik ouder werd en mezelf verder ontwikkelde, veranderde dat en begon ik alles wat me voor anderen een flikker maakte juist geweldig te vinden. Ik ben een flikker en ik ben er trots op. Dat geldt natuurlijk niet voor iedereen. Er zijn ook homo’s die niet zo genoemd willen worden en die zich hier totaal niet in herkennen. Dat respecteer ik, maar voor Bowen en mij ligt het anders.”

Beschouw je jezelf als een rolmodel voor de homogemeenschap, of misschien vooral voor de Aziatisch-Amerikaanse homogemeenschap?

“Ik voel me er niet gemakkelijk bij, maar of ik het nu leuk vind of niet, sommige mensen zullen zeggen dat ik wel degelijk die rol vervul. Met Fire Island hoop ik echter meer te bereiken. In de film staan twee homoseksuele Aziatische mannen centraal die compleet van elkaar verschillen. Ze laten daarmee twee verschillende modellen van een Aziatische homo zien. Ik hoop dat we afstappen van het idee dat we allemaal perfecte vertegenwoordigers van onze gemeenschap moeten zijn, helemaal omdat de media vaak maar ruimte heeft voor één beeld van homo’s. Ik wilde een film maken die de veelzijdigheid en meerstemmigheid van homoseksuele ervaringen laat zien, inclusief die van Aziatische homo’s. Ik hoef zelf echt geen rolmodel te zijn. Als mensen een hekel aan mij hebben, kunnen ze zich altijd nog aan Bowen vasthouden. Er daarmee heb je als kijker opties. Er zijn zoveel homoseksuele Aziatische entertainers die nu groot worden. Als je mij niet leuk vindt, kijk dan niet naar mij, maar neem dan iemand anders als rolmodel.”

Heb je het gevoel dat je tegenwoordig als openlijk homoseksuele acteur en komiek meer mogelijkheden hebt in Hollywood?

“O ja, absoluut. Er staan nu meer deuren voor mij open dan vroeger, vooral door de inzet van veel van mijn voorgangers. Ik denk dat het vooral voor schrijvers en bedenkers van films en series heel belangrijk is. Hollywood begint dat nu ook wat meer te erkennen. Het beeld van hetero schrijvers over hoe het is om homo te zijn, is erg beperkt. Daarom moeten we die verhalen zelf schrijven. Kijk naar iemand als Issa Rae en wat zij heeft gedaan met haar show Insecure [Amerikaanse HBO-serie over de vriendschap tussen twee zwarte vrouwen – red.]. Mensen als Issa lukt het om unieke verhalen te vertellen. Ze hebben niet gewacht tot iemand anders hen vroeg om het te maken. Ze deden het gewoon. Dat is voor mij een enorme bron van inspiratie.” 

Fire Island is nu de zien op Disney+.

Powered by Labrador CMS