op volle toeren

Joris Spaanderman maakte de film 'Hoe liefde en ik bevriend raakten'
“Mijn vader zei dat hij het fijn vond dat mijn queer-zijn niet zichtbaar was”
In de serie Op volle toeren maakte Winq een ritje in een MINI Aceman met vier filmmakers die hun nieuwste werk toonden tijdens de 28ste editie van de roze filmdagen. We spraken ze over inspiratie, hard werk en verrassende resultaten. Joris Spaanderman (2001) vertelt over zijn film Hoe liefde en ik bevriend raakten, over een vader en queer zoon die nader tot elkaar komen nadat de zoon te maken krijgt met antihomogeweld.
“De film draait om een jongen van 21 die slachtoffer is geworden van anti-homogeweld. Omdat hij wil helen, neemt hij een tussenjaar en gaat hij bij zijn vader wonen. De film is niet autobiografisch, maar er zitten wel veel persoonlijke elementen in. Mijn vader is bijvoorbeeld, net als de vader in de film, van kleur. Dat maakte ons allebei ‘een minderheid’: hij vanwege zijn huidskleur, ik vanwege mijn seksuele voorkeur.
Er was een moment dat mijn vader zei dat hij het fijn vond dat mijn queer-zijn niet zichtbaar was. Zijn opmerking kwam voort uit liefde en bescherming – hij kan zijn huidskleur niet verbergen, maar ik kan mijn geaardheid in sommige situaties wél minder zichtbaar maken. Toch voelde zijn opmerking voor mij heel pijnlijk en toxisch, juist omdat ik als queer persoon een tijd heb gezocht naar wie ik ben en van wie ik hou. Om de vaderrol in de film dieper te doorgronden, heb ik mijn eigen vader geïnterviewd. Dat was gek, maar waardevol: ik ontdekte dat zo’n opmerking, waar ik aanvankelijk erg boos en gekwetst over was, een vorm van liefde en bezorgdheid is. Zelfs als je van elkaar houdt, kan het enorm schuren tussen vader en zoon.

Daarnaast sprak ik verschillende mensen die te maken kregen met antihomogeweld. Sommige slachtoffers herkenden dat zelf eerst niet eens als homofobie. De vader in mijn film adviseert zijn zoon bijvoorbeeld om niet meer hand in hand te lopen met zijn vriend. Ik snap dat ouders hun kind willen beschermen, maar het is wrang als de verantwoordelijkheid bij het potentiële slachtoffer wordt gelegd in plaats van bij de daders.
De film is mijn afstudeerfilm, en je krijgt van de HKU geen budget voor het maken. Daarom deed ik mee aan de fictiecompetitie van de Roze Filmdagen. Uiteindelijk won een andere film, maar omdat de organisatoren van het festival zo enthousiast waren, wilden ze toch graag iets betekenen voor de film. We kregen een eervolle vermelding in de competitie en werden gesteund met een financiële bijdrage. Daar waren we ontzettend blij mee, want we hadden het ook wel echt nodig.”
Hoe liefde en ik bevriend raakten is vanaf nu te zien op het NPO Start-platform 3LAB.