Reizen

De Caraïben door een roze bril
Dat Curaçao een heerlijke vakantie bestemming is vergt weinig uitleg. Het kwik duikt zelden onder de 25 graden celsius, en een portie bitterballen is nooit ver weg. Met een beetje geluk kun je er over een paar jaar misschien zelfs trouwen.
Nét als de Curaçao Pride Walk de Pontjesbrug over wil steken, gaat die open. Op het Brionplein in Otrobanda legt men de enorme regenboogvlag, die zojuist nog fier wapperend van het Riffort naar de brug werd gedragen, toch maar even op de grond. De leden van de percussieband en de twee dragqueens die de optocht aanvoeren, kijken een beetje beduusd naar de overkant van de Sint Annabaai, waar het rijtje pakhuizen langs de Handelskade de laatste zonnestralen vangt. Wat nu weer?
Een oceaantanker vaart toeterend voorbij. Bij het hek voor de brug wordt gemompeld over sabotage. “Als het nog lang duurt is onze vergunning straks niet meer geldig”, zegt iemand van de organisatie. Maar de ‘Swinging Old Lady’, zoals de brug wordt genoemd, komt alweer in beweging. Het oponthoud duurt uiteindelijk een half uur. Dat is wel precies genoeg om de zon net achter de horizon te laten verdwijnen. De tropische schemering is kort: de niet ingecalculeerde pauze maakt het verschil tussen dag en nacht.
Zo valt er ook nog wat anders op: de lichtjes van de brug zijn niet, zoals gehoopt, lhbtq-regenboogkleurig, maar Curaçao-blauw. Curaçao Pride valt dit jaar samen met Siman di Kultura, de cultuurweek van het eiland. Het is een gelegenheid waar bedrijven, scholen en instellingen de oude tradities van het eiland vieren. Banken geven traditionele zoetigheden mee aan hun klanten. Op scholen wordt de week ingeluid met een Onze Vader in het Papiaments, en kinderen kunnen in klederdracht naar de les komen.

Toegegeven, de ‘klederdracht’ van de dragqueens die met de Pride Walk de Pontjesbrug oversteken – Raquelle Flemming en Ebonee Excel – sluit daar niet bepaald op aan. Ook de lesbiennes met witte dreads en het figuur in een roze eenhoornpak passen niet in dat traditionele plaatje. Het zal dus niet verbazen dat de Pride Walk geen deel uitmaakt van het officiële programma van Siman di Kultura. Toch is de gemoedelijke sfeer waarin het allemaal plaatsvindt een teken dat lokale gebruiken niet in steen gebeiteld zijn.
Het kleurrijke rijtje pakhuizen van de Handelskade die de Pride Walk onderweg naar het Koningin Wilhelminaplein passeert is hét visitekaartje van Curaçao. De kleuren herinneren aan de doortrapte handelsgeest van een 18de-eeuwse gouverneur, die zei hoofdpijn te krijgen van de reflectie van de zon in de gevels, die tot dan toe wit waren geweest. Héél toevallig bleek dezelfde gouverneur de directeur van de lokale verffabriek. Maar los van die kleuren is Curaçao met 700 koloniale monumenten op de Unesco werelderfgoedlijst een grote uitzondering in de regio, zeker als je bedenkt dat het niet veel groter is dan Texel.
Salsa en smartlappen
Voor een bezoeker uit Nederland voelt het allemaal erg vertrouwd aan. Maar de Handelskade is meer dan een confettiversie van een Amsterdamse gracht; tussen de klokgevels schuilen ook elementen van Portugese en Spaanse architectuur. In het Papiaments, de moedertaal van het grootste deel van de bevolking, liggen de verhoudingen net andersom: de basis is Portugees en Spaans, met af en toe een verbasterd woordje Nederlands erin.

Het is verleidelijk om overal een stukje tropisch Nederland in te zien. In dit Caribische gebied hebben scholen namelijk ook gewoon ‘herfstvakantie’ en is het grootste muziekfestival van het jaar, Curaçao North Sea Jazz, vernoemd naar een verre zee vol haring. Toch zou dat de mengelmoes van pakweg 65 verschillende culturen op het eiland tekortdoen. De unieke mix van Europees en Caribisch is nou juist wat een bezoek aan Curaçao zo leuk maakt. Met palmstranden en luxehotels onderscheidt een eilandnatie zich nauwelijks in het Caribisch gebied. Maar vind maar eens een ander eiland waar salsa en smartlappen door elkaar klinken, en waar bitterballen en leguanensoep naast funchi – een lokale versie van polenta – op het menu staan.
In de Breedestraat kijken omstanders even verbaasd naar
de regenboogvlaggen, maar het duurt niet lang voordat ze besluiten mee te dansen. De muziek en de sfeer zijn te aanstekelijk om lang bij eventuele vooroordelen stil te blijven staan. Zo zwelt de optocht alleen maar aan, tot deze zich op het Koningin Wilhelminaplein voor een groot podium verzamelt. Hier zal de Pride Week officieel geopend worden, met toespraken en optredens.
Lichtpuntjes
Of het akkefietje met de brug werkelijk een moedwillige sabotageactie is, valt te betwijfelen, maar enige achterdocht is niet ongerechtvaardigd. In 2013 werd de eerste Pride Walk op het laatste moment afgelast, nadat de Curaçaose overheid een dag van tevoren extra voorwaarden stelde voor de verlening van de vergunning voor de manifestatie. Volgens de politie was het meedragen van vlaggen, foto’s en andere demonstratie-attributen ‘gevaarlijk’. Wat de organisator CG PRO op zijn beurt ‘heel vreemd’ vond.

Curaçao staat in het Caribisch gebied bekend als lhbtq-vriendelijk, maar de lat ligt laag. Dit blijft een deel van de wereld waarin de lokale attitudes zich nog met die uit de meest homofobe uithoeken van de wereld kunnen meten. Volgens de Spartacus Gay Travel Index, die niet alleen rekening houdt met de wettelijke situatie, maar ook zaken als het aantal door haat gemotiveerde moorden en agressie tegen lhbtq personen van de lokale bevolking meeweegt, zou het in landen als Jamaica en Haïti even slecht gesteld zijn als in Irak, en slechter dan in Syrië.
Toch zijn er ook lichtpuntjes. Luttele dagen voor de aanvang van Curaçao Pride stemde een grote meerderheid van de bevolking van Cuba in met een referendum voor de wettelijke openstelling van het huwelijk voor echtparen van hetzelfde geslacht. Daarmee werd Cuba in één klap de voorloper op het gebied van lhbtq-rechten in de regio. Tenminste, als je ‘Europese’ eilanden als Bonaire, dat in tegenstelling tot Curaçao niet als autonoom land, maar als speciale gemeente van Nederland geldt, voor het gemak even niet meetelt.
Tijdens die eerste editie van Curaçao Pride in 2013 uitte de toenmalige premier Rhuggenaath zijn zorgen over mensen die vanwege hun geaardheid in angst moesten leven. “Ik kan vrijuit over straat lopen, trots op wie ik ben en de mensen van wie ik hou: mijn vrouw en mijn familie”, zei hij in deze historische toespraak op het podium op het Wilhelminaplein. “Wie ben ik dan om anderen te veroordelen die trots zijn op wie ze zijn en van wie ze houden?”
Inmiddels is er een andere premier en is een huwelijk, of zelfs maar een geregistreerd partnerschap tussen partners van gelijk geslacht, in het Caribische deel van het Koninkrijk nog steeds niet mogelijk. Niet in Curaçao, en ook niet in Sint-Maarten of Aruba. Dankzij een uitspraak van de Hoge Raad kunnen partners die in Nederland (waaronder dus ook op het naburige Bonaire) zijn getrouwd zich er inmiddels wél als echtpaar laten registreren bij de burgerlijke stand. Maar zolang zo’n verbintenis niet als huwelijk wordt erkend volgens de Nederlands-Antilliaanse wet, heb je daar niet zo veel aan.*
Met een roze bril op is Curaçao zeker een fijne vakantiebestemming te noemen.
Huwelijksstrijd
Dit jaar staat er niemand uit de Curaçaose politiek op het podium op het Wilhelminaplein. In plaats daarvan licht Janice Tjon Sien Kie de stand van zaken toe. Zij heeft samen met drie lokale lhbtq- en mensenrechtenorganisaties een sterke lobby gevormd voor de openstelling van het huwelijk van paren van hetzelfde geslacht. Hoe het precies zit legt ze een paar dagen later uit in La Reina, in een café in de buurt Pietermaai in Willemstad.
“We hebben eerst met een klein groepje mensen, Igualdat Kòrsou [organisatie die opkomt voor de rechten van de lhbtq-community op Curaçao – red.], een roadmap gemaakt. Het idee was om te gaan lobbyen voor het openstellen voor het huwelijk bij de politiek. Samen met twee juristen in ons midden hebben we vervolgens een conceptwetvoorstel geschreven. Zo zou het voorstel, als het door het parlement zou worden geaccepteerd, alleen nog maar hoeven te worden geïmplementeerd”, vertelt Tjon Sien Kie. “Vervolgens hebben we twee moedige parlementariërs bereid gevonden om het voorstel op de agenda van het parlement in te brengen. Aan hen hebben we inmiddels vier jaar geleden tijdens pride onze ‘equality bill’ gepresenteerd.” Dat ze een lange weg te bewandelen hebben, werd duidelijk toen een christelijke partij zich met een grote manifestatie tegen het voorstel keerde. “Ze kregen 5000 man op de been. Dat was echt vreselijk. Die twee parlementariërs kregen uiteindelijk het wetsvoorstel niet eens geagendeerd. Er kwamen verkiezingen aan, en uiteindelijk vond men het niet belangrijk genoeg.”
Zelfs met die lokale attitudes valt het volgens Tjon Sien Kie reuze mee. “De overheid luistert uiteindelijk naar een minderheid die het hardst blèrt; maar de meerderheid heeft geen problemen met ons.” Dat de Pontjesbrug expres zou zijn geopend om de Pride Walk te saboteren vindt ze onwaarschijnlijk. “Ik denk dat het gewoon slechte planning was. Ik ken het management van de Curaçaose Port Authority en dat zijn geen homohaters. De commerciële manager was vroeger mijn buurman, en ik weet
het zeker: zoiets zou hij nooit doen.” Het blijft tenslotte een
klein eiland met veel sociale controle: niet alleen het gedrag van lokale lhbtq personen ligt onder de loep: dat geldt net zo voor homofoob volk.
Zwempartijtje
Op zaterdagavond staat er in het kader van pride een dragshow op het programma in de enige gaybar op het eiland, Gaze, in Punda, het oude centrum van Willemstad. De sfeer zit er goed in: buiten staat een rij terwijl binnen een ballroomdemonstratie wordt gegeven, die nog een beetje moet worden uitgelegd. De dragqueens doen het graag voor, en vullen hun eerdere acts aan met butch en femme queen performances. Die worden met veel enthousiasme ontvangen. Maar als het publiek om deelname wordt gevraagd, kijkt men een beetje ongemakkelijk om zich heen. Een paar groepjes wijzen naar een rood aangelopen vriend in hun midden, maar er komt uiteindelijk niemand naar voren. De MC kijkt even misprijzend en gaat snel over op een ander onderwerp. Op een eiland van 153.000 zielen – pakweg het inwonertal van Den Bosch – is het nu eenmaal wat minder makkelijk om in alle anonimiteit je ding te doen dan in een miljoenenstad als New York.
Als de bar om 2 uur sluit, zijn de straten van Punda uitgestorven. Iedereen duikt vroeg onder de lakens, zo lijkt het. Want de volgende dag staat het volgende hoogtepunt op de agenda: de NaVIGAYtion Sea Parade, een lhbtq-feest op een grote catamaran die met een fier wapperende regenboogvlag langs de kust van het eiland vaart. Dit onderdeel van het programma is ouder dan Curaçao Pride: vóór de eerste editie in 2013 bestond er al een zogenoemd ‘Get Wet Weekend’ vol feestjes voor de lhbtq-gemeenschap waar de Sea Parade een belangrijk onderdeel van was. Want als Curaçao zich ergens goed voor leent, dan is het wel een bootfeestje.
Het begint vrij low key aan de Handelskade. De dragqueens zijn uit drag – het duurt even voordat iedereen ze herkent – en de katers zijn nog niet met een glas bubbels weggejaagd. Maar die bubbels komen. Zodra iedereen de veiligheidsvoorschriften gehoord heeft en een enorme regenboogvlag aan de mast wappert, laten de eerste twerkers op de deinende dansvloer niet lang op zich wachten. De grote catamaran vaart dicht langs de stranden van een flink aantal resorts, waar vrolijk over en weer wordt gezwaaid. Dan wordt er voor anker gegaan en wordt het feest een zwempartij. Hilariteit alom. Zorgelozer wordt een zondagmiddag niet.

Vorig jaar opende zich echter een andere route naar de openstelling van het huwelijk voor paren van hetzelfde geslacht in Curaçao. Een lesbisch stel van het eiland had de overheid aangeklaagd wegens het ontbreken van een voorziening, en de rechter stelde hen in het gelijk. “Het vonnis kwam in de maand van pride. Daarin bepaalde de rechter dat Curaçao in strijd met de eigen grondwet handelt, en dat het ontbreken van een alternatief voor paren van hetzelfde geslacht onrechtmatig is. Helaas is de overheid daartegen in beroep gegaan. Dat is nu de stand van zaken. We moeten geduld hebben, en een lange adem. Maar we hebben wel het vertrouwen dat de vrouwen deze zaak ook in hoger beroep gaan winnen”, aldus Tjon Sien Kie.
De macht van Grindr
Dat er een belangrijke uitspraak in de pijplijn zit stemt hoopvol. Tot die tijd moet Curaçao zijn plaats op de Spartacus Gay Travel Index delen met landen als Armenië en Botswana. Een kanttekening die de samenstellers bij de Index maken lijkt hier op zijn plaats: men zoekt een balans tussen het meten van de rechten van de lokale lhbtq-gemeenschap en de wensen van vakantiegangers. “We zijn ervan overtuigd dat er vakantiegangers zijn die kiezen voor landen waar de queergemeenschap een geaccepteerd en geliefd onderdeel van de samenleving is. Maar er zijn ook vakantiegangers die bewust naar een land willen reizen om in dialoog te gaan met de onderdrukte lokale queergemeenschap.” Nou ja, dialoog: onderschat de macht van het lokale Grindr grid niet. Voeg daar fijne stranden, een laagje aquamarijn zeewater over schitterende koraalriffen, lekker weer, lekker eten, een rijk cultureel aanbod, locals die je overal vriendelijk begroeten en een gemoedelijke pride walk aan toe, en ziedaar: met een roze bril op is Curaçao zonder enige schroom een heel fijne vakantiebestemming te noemen.

“De overheid luistert uiteindelijk naar een minderheid die het hardst blèrt”

Opgekalefaterde historie
Punda – de centrale wijk van Willemstad waar de Handelskade deel van uitmaakt – is mooi maar niet altijd zo levendig als tijdens pride. In de Penstraat, vlak bij het rijtje strandresorts ten oosten van Willemstad, is dat wel anders. Hier is in de laatste jaren een groot aantal populaire restaurants gevestigd in wat voorheen vermeden werd als een criminele buurt. Het is onderdeel van een grote opknapbeurt die is begonnen in Pietermaai, dat ondanks de prachtige architectuur tot eind vorige eeuw het onfrisse imago van een tippelzone had.
Vandaag is dat totaal anders. De buurt, vol hippe kroegjes, koffiebars en jazzcafés, is een hotspot geworden en opvallend populair bij Nederlandse toeristen en expats. Een voormalig klooster huisvest nu een hotel en een restaurant, Het Klooster. Aan de waterkant staat een rijtje boetiekhotels. BijBlauw is er een van: een smaakvol gerestaureerd complex, verdeeld over twee huizen met uitzicht op zee, inclusief interieurwinkel, een luxe appartement en een gezellig terras aan zee. De eigenaar vertelt er hoe hij bij de renovatie van het pand enorme trossen telefoonkabels vond. Het vorige bedrijf dat er gevestigd was, behoorde tot een exploitant van 06-sekslijnen.
De buurt vol opgekalefaterde koloniale historie herinnert tegelijkertijd aan een donkere pagina in de geschiedenis van het eiland, dat ooit een belangrijk knooppunt in de trans-Atlantische slavenhandel was. Toen het aan het eind van de zeventiende eeuw te druk werd in Punda, werd Pietermaai ontworpen als een buitenwijk voor zowel de arbeidersklasse als rijke slavenhandelaren, en vernoemd naar WIC-kapitein en vroege Curaçao-kolonist Pieter de Meij. Of De Meij tot slaaf gemaakten bezat of verscheepte, dat vermeldt de historie niet, maar het feit dat de buurt in de afgelopen jaren juist door Nederlandse projectontwikkelaars uit de verloedering is getrokken en als een magneet op witte toeristen werkt, ligt gevoelig. Punda mag dan wat stoffiger aanvoelen, en ’s avonds uitgestorven zijn; overdag is de sfeer lokaler: men zit gemoedelijk op bankjes en groet voorbijgangers. Als op zondagavond de Siman di Kultura wordt afgesloten met een groot eet- en muziekfestival aan de westkant van het eiland, is er in de gezellige, chaotische drukte amper een toerist te bekennen; dit is een feestje voor en door Curaçaoërs.
De Hollandse tuin
Aan de overkant van de Sint Annabaai, die het oude centrum van Willemstad in tweeën deelt, is er ook een proces van gentrificatie gaande. Dat lijkt echter wat langzamer en bedachtzamer te gaan, met betrokkenheid van de bestaande bewoners. De buurt, die na de Tweede Wereldoorlog door een mix van gegoede Curaçaose families en lagere sociale klasse werd bewoond, was net als Pietermaai in staat van verval geraakt. Maar tegenwoordig opent er het ene na het andere restaurant, en is het de locatie van het Kaya Kaya Festival, dat een overvloed aan permanente kunstinstallaties en uitgebreide muurschilderingen heeft opgeleverd. Hier wedijveren de felle kleuren van de streetart met die van de bonte verzameling pakhuizen van de Handelskade aan de overkant van het water.
Curaçao staat in het Caribisch gebied bekend als lhbtq-vriendelijk, maar de lat ligt laag.
Eind jaren negentig was het de Nederlandse filantroop Jacob Gelt Dekker die in de pittoreske maar vervallen en onveilige straten van Otrobanda een juweeltje zag. Om de buurt weer leefbaar te maken, kocht hij met een investering van meer dan 60 miljoen euro een lap grond en een flink aantal panden op waar zelfs drugsverslaafde dak- en/of thuisloze mensen niet meer in wilden slapen. In een deel ervan vestigde hij een museum over de trans-Atlantische slavenhandel en een daaraan verbonden cultuurinstituut. De rest werd ingericht als luxehotel. Het geheel heette Kura Hulanda: de Hollandse tuin.
Gelt Dekker overleed in 2019, kort nadat Kura Hulanda failliet ging. Sindsdien is het project door een groep lokale ondernemers opgekocht. Met een nieuwe kapitaalinjectie wordt er inmiddels weer volop verbouwd. Dit keer wordt slechts een deel van de huizen als hotel heringericht, onder een nieuwe naam: Kura Botanica, een stadsoase vol lokaal groen en zeld- zame palmsoorten rond het zwembad. In de overige panden van het nieuwe ‘Kura Hulanda Village’ zullen in de komende tijd behalve woningen ook restaurants, bars, galeries en jazzclubs worden gehuisvest. Samen met het Kaya Kaya festival belooft het een levendig geheel te worden, waarin ook plaats is voor een theater. In de straten van de buurt worden nu al regelmatig speciale streetart-rondleidingen georganiseerd.
In een hoekje van het centrale plein van Kura Hulanda Village heeft één barretje al de deuren geopend: Lionfish. De naam verwijst naar de vissoort op het menu. Lionfish – ‘koraalduivel’ in het Nederlands – hoort eigenlijk alleen in de Indische en Grote Oceaan thuis, maar heeft eind vorige eeuw zijn weg naar de Caribische zeebodem gevonden, vermoedelijk nadat een idioot zijn hobby-aquarium in de verkeerde zee had geleegd. Het resultaat is een ecologische ramp: de vraatzuchtige vis heeft zich in no time over alle koraalriffen verspreid en snoept daar de jonge vissen op. Het is nog een lelijk beest ook, met giftige stekels, maar wat blijkt? Je kunt er bijzonder smakelijke ceviche, vistaco’s en ‘lionfish ’n chips’ van maken. Vandaar dat menu: hoe meer je ervan eet, hoe beter voor het milieu. Drag- queens op de pontjesbrug, dat vindt men allemaal wel best op Curaçao, maar déze optocht stopt bij het rif.
*Dit artikel verscheen in Winq 118, 2022. Inmiddels is bekend dat stellen van hetzelfde geslacht met elkaar moeten kunnen trouwen op Aruba en Curaçao. Dit heeft het gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint-Maarten en van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba geoordeeld.