Twee zoenende mannen

Steeds minder jongeren storen zich aan zoenende jongens op straat

Rutgers onderzoekt 'Seks onder je 25e'

Gepubliceerd
Leestijd: 2 min

In 2012 keurde de helft van de jongens en een kwart van de meiden het af als twee jongens elkaar zoenen op straat. In 2023 is dat nog een kwart van de jongens en 9% van de meiden. Ooik is er meer seksuele en genderdiversiteit. Dit blijkt uit een nieuw onderzoek van Rutgers, genaamd ‘Seks onder je 25e’.

Gisteren maakte Rutgers de uitkomsten van het onderzoek ‘Seks onder je 25e’ bekend. De voornaamste conclusie bestond eruit dat jongeren op steeds latere leeftijd voor het eerst seks hebben. In 2012 was de gemiddelde leeftijd nog 17 jaar, in 2017 was dat 18 jaar en in 2023 is die gestegen naar 18,7 jaar.

Maar dat waren natuurlijk niet de enige uitkomsten. Kijken we naar de lhbtiq+-gerelateerde thema’s, dan is te zien dat een kwart van de meiden zich niet (alleen) tot de andere sekse voelt aangetrokken. Bij de jongens is dat een op de negen. En acht van de negen jongeren met aantrekking tot de eigen sekse vinden het heel normaal dat zij (ook) op seksegenoten vallen.

meer acceptatie, maar nog steeds lager welzijn

Ook de sociale acceptatie van seksuele en genderdiversiteit is toegenomen bij jongeren. Het aantal jongeren dat uitingen van homoseksualiteit afkeurt was in 2017 al sterk gedaald en deze trend zet door. In 2012 keurde de helft van de jongens en een kwart van de meiden het af als twee jongens elkaar zoenen op straat, in 2023 is dat nog een kwart van de jongens (24%) en een op de elf meiden (9%).

Desondanks hebben lhbtiq+ jongeren nog steeds een lager seksueel en mentaal welzijn dan cisgender en heteroseksuele jongeren. Zij scoren bijvoorbeeld lager op positieve seksuele gevoelens, lichaamsbeeld en mentaal welzijn en hebben vaker te maken met seksuele grensoverschrijding en seksuele problemen. Dit verschil is in lijn met de vorige edities en onderzoek naar verschillen tussen lhbtiq+ en cisgender en heteroseksuele jongeren.

meer seksuele diversiteit en genderdiversiteit

Ruim 3% van de jongeren is trans of genderdivers; deze jongeren geven aan dat hun genderidentiteit niet (volledig en uitsluitend) overeenkomt met het toegewezen geslacht bij geboorte of dat ze nog niet zeker zijn over hun genderidentiteit. Bij toegewezen meiden is deze groep iets groter dan in 2017. Deze toename kan vooral worden toegeschreven aan de iets grotere groep met een non-binaire genderidentiteit en de iets grotere groep die nog zoekend is.

Een op de negen jongens en een op de vier meiden voelt zich niet uitsluitend seksueel aangetrokken tot personen met de tegenovergestelde genderidentiteit. Ook deze groep is iets groter geworden ten opzichte van 2017, toen nog een op de twaalf jongens en een op de acht meiden niet uitsluitend seksuele aantrekking voelde tot de tegenovergestelde sekse.

1 op de 30 jongeren identificeert zich niet (volledig of uitsluitend) met de toegewezen sekse bij geboorte. Voor personen met de toegewezen sekse meisje is dit aantal toegenomen sinds 2017.

meer informatie

Kijk voor meer informatie over dit onderzoek op de website seksonderje25e.nl. Een samenvatting van het onderzoek is te vinden op de website van Rutgers.

Powered by Labrador CMS