uit onze archieven
RuPaul maakt comeback met Drag Race: “Ik ben nooit weggeweest!”
In de zomer van 2009 sprak Winq-redacteur Martijn Tulp met RuPaul over haar toen gloednieuwe realityprogramma RuPaul's Drag Race. Hier het volledige interview, uit onze archieven!
In 1992 maakte RuPaul iedereen opnieuw bekend met drag door haar hitsingle 'Supermodel (You Better Work)' en een jaar later deed ze het dunnetjes over met 'Don’t Go Breaking My Heart', een duet met Elton John. Sindsdien hebben we in Nederland niet veel meer van haar vernomen, afgezien van een spetterend optreden tijdens de Mirrorball party van vorig jaar. Daar komt nu verandering in, aangezien de spectaculaire tv-show RuPaul’s Drag Race (een reality competitieshow in navolging van America’s Next Top Model en Project Runway) vanaf oktober in Nederland op de buis te zien is.
Allereerst, hoe ben je op het idee gekomen om RuPaul’s Drag Race te maken?
“Nou, dat idee ligt er eigenlijk al jaren. Maar ik moest mezelf echt goed voorbereiden om reality tv te kunnen doen. Op sociaal en cultureel gebied zijn we in Amerika de laatste tijd overal erg bang voor geweest. En in tijden van angst worden gender issues, vooral met betrekking tot vrouwelijke mannen, wat meer underground. Dus we moesten wachten tot de tijd juist was. Het afgelopen jaar lijkt er iets veranderd te zijn aan de manier waarop men vrouwelijke mannen zien. Zelfs homo’s waren geobsedeerd door het feit dat alles straight acting moest zijn. Alsof we een soort masker op moesten zetten om hetero’s niet tegen ons in het harnas te jagen. Nou, dan raken drag queens natuurlijk nogal achtergesteld. Maar dat is nu dus veranderd.”
“als ik mijn superwoman-outfit aan heb, is het moeilijk voor mensen om dichtbij te komen”
Tijdens de show heb je verschillende rollen; in drag ben je presentatrice en één van de juryleden. Als man coach je de meiden tijdens hun opdrachten. Welke rol vind je het fijnst?
“Ik vind het fijner als man, want dan kan ik echt mezelf zijn en mijn schild neerlaten. Dan kan ik een mentor zijn en mensen leren kennen. Als ik mijn ‘Superman’-outfit aan heb, dan is het moeilijk voor mensen om dicht tot de kern te komen, want dan ben ik een immense verschijning. Het genereert een hoop electriciteit. Da’s leuk om naar te kijken, maar het is moeilijk om dichtbij te komen. Als man kan ik ontdekken wie de kandidaten echt zijn, hun creativiteit zien en kan ik ze raken.”
Een paar edities geleden publiceerden we een recensie van je nieuwe album Champion. Klopt het dat sommige nummers geïnspireerd zijn door kandidaten van de show?
“Oh, absoluut! Het album is geïnspireerd op de hele ervaring van hoe het was om de show te maken. Het idee van een ‘champion’ zijn is meer dan alleen maar zorgen dat je nummer één bent. Het gaat erom dat je je eigen krachten kent en dat je inziet dat jij de kracht bent waarmee het universum tot stand is gekomen. Iedereen is al een winnaar. Het nummer 'Ladyboy' is geïnspireerd op één van de kandidaten, Ongina. En 'Never Go Home Again' gaat over Akashia, ze zei dat ze weg is gelopen van huis omdat haar moeder voor haar vriend koos in plaats van Akashia. De vriend van Akashia’s moeder wilde geen homo’s om zich heen, dus Akashia moest het huis uit. Ik vind dat er op het album veel dingen gezegd worden die tegen jonge homo’s gezegd moeten worden, waaronder dat je je eigen krachten moet kennen en dat je het meeste uit jezelf moet halen.”
Ik las op een internetforum dat je al eerder hebt samengewerkt met één van de kandidaten, Rebecca Glasscock. Klopt dat, en hoe heeft dat haar aandeel in de wedstrijd beïnvloed?
“[lacht] Grappig dat mensen dat zeggen! Nee, de eerste keer dat ik haar ontmoette was tijdens de show, met camera’s erbij, toen iedereen haar voor het eerst ontmoette. Maar kennelijk zat ze in een film waar ik ooit aan mee heb gewerkt, maar ik heb haar toen niet ontmoet. Volgens mij hadden we niet eens scènes samen. Kennelijk was ze figurant in één van de scènes waar ik in zit. Maar daar kwam ik pas later achter.”
Hoe reageerden mensen in Amerika op de show?
“Blij. In Amerika houden we van een goed comeback-verhaal. En natuurlijk werd de show naar de media toe gepromoot alsof het mijn comeback was. Prima, daar wil ik best aan meewerken. Maar de waarheid is; ik ben nooit weggeweest! Soms bleef ik een tijdje bewust buiten de spotlights, om me op mijn privéleven te focussen. Maar ik ben altijd aan het werk gebleven. De reacties zijn geweldig, want mensen houden echt van drag. Drag was een jaar of tien een beetje underground, in de tijd dat Bush aan de macht was. Maar mensen die van drag houden hebben de show met open armen en liefde ontvangen.”
“ik zag laatst een billboard van tyra en dacht bij mezelf: ben ík dat?”
Heb je nog afgekeken van Tyra Banks, Heidi Klum en Tim Gunn?
“Nee, niet echt. Ten eerste, het hele reality competitie format ligt er al jaren. Je hebt het wegstemmen, de emotionele bekentenissen, al die dingen. Het is allemaal al eens gedaan. Als er al werd afgekeken, dan hebben zij van mij afgekeken! [lacht] Vooral Miss Tyra! Kom op, al die extravagante kapsels enzo? Ik zag laatst een billboard van haar en dacht bij mezelf: ‘ben ík dat?’.”
Bij de meeste reality shows zie je de kandidaten ook in hun hotel, tijdens slapeloze nachten, en als ze uitgaan. Waarom hebben jullie besloten dat weg te laten?
“We wilden juist hun creativiteit in beeld brengen, en wat er backstage gebeurt. Dat vonden we al dramatisch genoeg. Ik wilde ervoor zorgen dat de show niet van valsheid en ruzies aan elkaar hing, geen leedvermaak dus. En ik wilde drag een plekje geven in de hedendaagse cultuur. Veel andere productiebedrijven hebben de neiging om travestie heel goedkoop in beeld te brengen, bijna slapstick-achtig. En deze ontzettend moedige, creatieve types voor lul zetten, dat wilde ik júist niet doen.”
In het eerste seizoen waren er goede gastrollen weggelegd voor bijvoorbeeld Michelle Williams van Destiny’s Child, Tori Spelling en Bob Mackie. Kun je al iets verklappen over het tweede seizoen?
“Nou, we hebben dit keer twaalf in plaats van negen kandidaten. Dus ook meer afleveringen. Het aantal opdrachten wordt opgevoerd, en zwaarder. Maar ik kan helaas nog geen namen onthullen. Er staan een aantal geweldige mensen ingepland, maar alles kan nog veranderen. We zijn op dit moment nog bezig met de voorbereidingen. En tegelijkertijd ben ik ook nog eens op tournee. Valse en lelijke mensen hebben geen rust, zeggen ze wel eens, we moeten alsmaar doorwerken! [lacht] Maar ik werk graag.”
Wat zou je willen zeggen tegen alle mensen in Nederland die vanaf oktober eindelijk het eerste seizoen van RuPaul’s Drag Race kunnen zien?
“The time has come for you to lip-sync for your life! [lacht] Hopelijk zorgt de show ervoor dat mensen me weer naar Amsterdam halen. De laatste keer dat ik er was had ik het ontzettend naar m’n zin, we hebben gefietst, de grachten bekeken, allerlei toeristische dingen gedaan, en ik heb tassen vol met kleding gekocht. En ik had voor de verandering niet geblowd!”
In tegenstelling tot een eerder bezoek aan Amsterdam?
“Precies! Dat is alweer tien jaar geleden, en sindsdien ben ik gestopt met blowen. Ik kan me amper herinneren wat ik gedaan heb toen ik voor het eerst in Amsterdam was. Ik ging als een soort zombie van café naar café. Maar hopelijk kan ik binnenkort weer terugkeren, ik vond het fantastisch.”
Dit interview verscheen eerder in Gay&Night Magazine #137, augustus 2009.