reizen

In Liverpool is de regenboog nooit ver weg

Wonderland aan de waterkant

Gepubliceerd
Leestijd: < 1 min

Liverpool, afgelopen jaar gaststad van het Eurovisiesongfestival, heeft een hoop om trots op te zijn: een rijke muziekgeschiedenis, een bloeiende cultuursector en een actieve queerscene. “Liverpool is zijn eigen land.”

Wat betreft bizarre bijnamen dacht ik dat mijn geboorteplaats de kroon spande. Ik groeide op in Amersfoort, ook wel bekend als de Keistad, wier inwoners soms ‘Keientrekkers’ worden genoemd. Die namen ontstonden door een uit de hand gelopen grap. Halverwege de zeventiende eeuw pochte dichter Everard Meyster met een stuk in zijn kraag dat hij de Amersfoorters ervan kon overtuigen een ruim zevenduizend kilo zware kei vanuit een nabijgelegen dorp naar het stadscentrum te slepen. En zowaar, hij kreeg het voor elkaar – al verloor een van de keitrekkers bij deze dronkenmansstunt zijn benen. Eenmaal nuchter schaamden de Amersfoorters zich zo voor deze bizarre actie dat ze de kei begroeven. Begin twintigste eeuw werd het verhaal echter alsnog een bron van trots en anno 2023 heeft de beruchte kei een ereplaats op een sokkel aan de stadsring. Zoals ik zei, een geuzennaam met een uiterst absurde geschiedenis. Maar de Liverpudlians kunnen er ook wat van.

De inwoners van deze Britse havenstad noemen zichzelf vaak ‘Scousers’ en hun typische accent staat ook wel bekend als ‘Scouse’. Beide zijn afgeleid van lobscouse – kortweg scouse –, een modderig stoofpotje dat in ieder geval bestaat uit hompen rund- of lamsvlees, wortels, uien en aardappels. Niet bepaald een sexy gerecht om jezelf naar te vernoemen, maar eerlijk is eerlijk: het smaakt stukken beter dan het eruitziet. Ik waag me aan een kommetje bij Ma Boyle’s, een historische pub op steenworp afstand van de haven. Achter me ijsbeert een goedlachse ober op en neer, die als een haperend fonteintje om de paar minuten een weetje of anekdote over zijn stad uit sputtert. Zo deelt hij dat voor het originele recept simpelweg restjes groenten en vlees in een grote pan werden gemieterd. Dan stelt hij onze tafel gerust: “Tegenwoordig werken we gewoon met verse ingrediënten, hoor.”

Kitty’s showbar.
Naar regenbogen hoef je in Liverpool niet te zoeken. Case in point: Kitty’s showbar.

Mini-Manhattan

Waar de meesten bij Liverpool meteen zullen denken aan voetbal of The Beatles, vertelt onze ober dat de stad ook een troefkaart van een heel andere orde in handen heeft. “Er worden hier zoveel grote films en series opgenomen dat we bekendstaan als ‘Hollywood of the North’. Voor een groot deel heeft dat te maken met de architectuur: ons stadscentrum vertoont veel gelijkenissen met Manhattan. Maar zoals je begrijpt is het hier een stuk minder prijzig om de boel af te zetten.”

Wie voor het eerst door Liverpool wandelt, zal hierdoor waarschijnlijk een déjà vu ervaren. Het afgelopen decennium werden grote delen van blockbusters als The Batman, Fantastic Beasts and Where to Find Them en Florence Foster Jenkins in het stadscentrum opgenomen. Om dezelfde reden bestaat er een reële kans dat je nietsvermoedend grote A-list celebrity’s tegen het lijf loopt. De ober: “Een kennis van me spotte ooit Angelina Jolie en haar dochter bij een fish-and-chipstent. En mijn vriend kwam Jennifer Lawrence in het wild tegen – al nam hij niet de moeite mij daar tijdig over in te lichten. Toen hij het me achteraf vertelde, heb ik een dag niet met hem gepraat.”

Een nieuwe identiteit

Lang voordat Liverpool naam maakte als een mini-Manhattan, fungeerde de stad als belangrijke haven. Die rol gaf de stad de kenmerkende eigenschappen waar hij tegenwoordig om bekendstaat, te beginnen met eerdergenoemd stoofpotje, een goedkoop maal dat Engelse zeelieden afkeken bij hoger gelegen Noordzeelanden. Het typerende Scouse-accent – dat bijzonder weinig gemeen heeft met accenten uit omliggende steden – werd onder meer sterk beïnvloed door immigranten uit Wales en Ierland. De bevolking is al net zo’n mengelmoes: zo leverde een verbinding met de haven van Shanghai de stad een van de oudste Chinese gemeenschappen van Europa op. En dan zijn er The Beatles, die vermoedelijk nooit zo groot waren geworden als ze in Manchester hadden gewoond. Zij lieten zich hevig inspireren door Amerikaanse rock-’n-rollartiesten, wier muziek hen via de haven eerder bereikte dan de meeste Britten.

In de tweede helft van de twintigste eeuw verloor Liverpool grotendeels de functie van wereldhaven aan andere Britse steden, onder meer door de komst van containers. Dit leidde tot grote werkloosheid; de stad werd gedwongen zichzelf opnieuw uit te vinden. Een opleving kwam midden jaren negentig op gang, welke grotendeels werd veroorzaakt doordat Liverpool zich steeds meer als cultuurbestemming begon te profileren. De bouwstenen daarvoor waren al aanwezig. Naast een rijke muzikale geschiedenis heeft Liverpool op Londen na de meeste monumentale gebouwen van heel Groot-Brittannië. Ook barst het er van de noemenswaardige musea en kan de stad pronken met het oudste filharmonische orkest van Europa.

De ooit grotendeels verlaten waterkant – deze diende als grootste gratis parkeerplek van het Verenigd Koninkrijk – werd de afgelopen decennia opnieuw ingericht met hotels, restaurants, musea en evenementenlocaties. Het indrukwekkende Royal Albert Dock, ooit ’s werelds eerste brandvaste pakhuis, waar waardevolle goederen als zijde, tabak en thee werden opgeslagen, heropende in 1988 als culturele trekpleister. Je vindt er nu onder meer het moderne kunstmuseum Tate Liverpool, een Beatles-museum en het International Slavery Museum. Dat laatste herinnert aan een pijnlijk feit: grote delen van de historische waterkant dankt Liverpool aan de inkomsten van de trans-Atlantische slavenhandel, waarin de stad in de achttiende eeuw een belangrijke rol speelde.

“Onze pride is een mars, geen parade”

De culturele herprofilering van Liverpool kwam in een stroomversnelling vanaf 2003, toen bekend werd dat de stad in 2008 European Capital of Culture zou worden. Door die benoeming ontstond een wildgroei aan nieuwe festivals en evenementen, waarvan de meeste nog steeds bestaan. Denk aan het Liverpool Shakespeare Festival, sambafestival Brazilica en Sound City, waar grote namen als Ed Sheeran, Years & Years en Lizzo optraden.

Homotopia

Een ander festival dat in aanloop naar het cultuurjaar het levenslicht zag, is het inmiddels geliefde Homotopia, dat in november twintig kaarsjes uitblaast. Daarmee is dit het langstlopende queer kunst- en cultuurfestival van het VK. Voor het jubileum is Alice Holland (zij/hen) aangetrokken als hoofdprogrammeur. Hen groeide op in Devon, op het Britse platteland, toerde als showgirl de hele wereld over en programmeerde menig queer en feministisch festival en podium, waaronder een op het populaire Glastonbury Festival. Ze verhuisde onlangs voor hun nieuwe baan naar Liverpool. “De stad stond al lang op mijn radar: telkens wanneer ik er optrad, viel me op hoe vriendelijk en ondersteunend culturele ondernemers hier voor elkaar zijn. Daarbij is het milieu supersocialistisch, wat voor mij gigantisch aantrekkelijk is. En dat accent! Elektrisch, toch? Het zit zo vol met leven. Ik zeg weleens: Liverpool is zijn eigen land.”

In de eerste plaats is Homotopia een sociaal-cultureel evenement dat queer en trans artiesten hoogwaardige podia biedt om hun talent te laten zien. Alice: “Vaak wordt queer cultuur weggestopt in lullige kelderzaaltjes; wij verzekeren performers van A-locaties als het Museum of Liverpool.” Naast het festival verzorgt Homotopia een aantal andere projecten, waaronder QueerCore, dat een jaar lang begeleiding en financiële ondersteuning biedt aan lokaal queer talent, en Young Homotopia, waarmee de organisatie een nieuwe generatie lhbtq personen aan zich verbindt. Tot slot is er Queer the City, dat onderwerpen als veiligheid en queer geschiedenis zichtbaar maakt in de openbare ruimte. “Momenteel bieden we vooral een tegengeluid aan de hevige anti-transgenderretoriek die we zien in de Britse pers: die behandelen trans personen als een boksbal. Ook tijdens het festival richten we ons dit jaar extra op het beschermen van onze trans familie. We willen laten zien dat we achter de meest kwetsbare leden van onze community staan.”

Het thema van 2023 kan Alice ook al prijsgeven. “Activisme is een essentieel onderdeel van Homotopia, dat zie je terug in de thema’s. Vorig jaar was het ‘Queer Joy is a Protest’, dit jaar ‘Gods and Monsters’, een verwijzing naar hoe onze community een soort microkosmos vormt, met onze eigen helden en goden. En die monsters? Ik ben gefascineerd door queer esthetiek, die vaak weinig te maken heeft met klassieke schoonheidsidealen. Denk aan clubkids als Leigh Bowery, die met hun looks de lelijkheid reflecteerden van de manier waarop de buitenwereld hen behandelde. Met dit thema verzetten we ons tegen queer assimilatie of ‘homonormativiteit’, zoals een vriend van me het ooit noemde. Het is zo’n misvatting dat we allemaal hetzelfde willen zijn als cis hetero’s; de meesten van ons willen vooral lekker met rust gelaten worden. In trouwen heb ik bijvoorbeeld weinig interesse, ik wil gewoon niet in elkaar gemept worden wanneer ik hand in hand loop met een vrouw.”

Pride quarter

In sommige steden is de queerscene een beetje verstopt. Liverpool is niet zo’n stad. De regenboog is hier nooit ver weg. Je ziet ’m op banieren, vlaggen, in etalages en op gevels. Wie zich ’s avonds begeeft in de buurt van Stanley Street, struikelt over bont uitgedoste dragqueens die je met drankvouchers en een brede lach hun bar in proberen te lokken. Ten dele is die zichtbaarheid te danken aan de LCR (Liverpool City Region) Pride Foundation. Directeur Andi Herring: “Veel plekken werden zwaar getroffen door de coronapandemie. Daarom besloten we het gebied rond Stanley Street om te dopen tot Pride Quarter. Enerzijds om de krachten te bundelen en meer samenwerking te stimuleren, anderzijds om dit gebied extra zichtbaar te maken binnen de stad.”

hond met regenboogshawl
Sinds 2010 heeft Liverpool een jaarlijkse pride-manifestitatie. Beeld: Bryan Fowler.

Tot 2010 was Liverpool opvallend genoeg de grootste Britse stad die geen jaarlijks terugkerende pridemanifestatie had. De lobbybeweging die daar jaren voor pleitte kreeg een boost in 2008, al had dat niet alleen te maken met de benoeming tot culturele hoofdstad. Op 25 juli dat jaar werd de 18-jarige Michael Causer slachtoffer van een hatecrime. Hij overleed op 2 augustus aan zijn verwondingen. Deze nare gebeurtenis gaf de beweging een hernieuwd gevoel van urgentie; een paar maanden later diende Labour-raadslid Nick Small een motie in voor een jaarlijkse pride, die met 72 tegen 2 stemmen werd aangenomen en in 2010 was de eerste editie van Liverpool Pride een feit. Nog altijd vindt deze plaats in het weekend dat het dichtst bij 2 augustus valt, ter nagedachtenis aan de dood van Michael Causer.

De LCR Pride Foundation, die het evenement sinds 2019 organiseert, stelde zichzelf in haar oprichtingsjaar ten doel het eendaagse festival uit te breiden naar een organisatie die het hele jaar door van betekenis is voor de community. Herring: “Zo doen we inmiddels grote onderzoeken naar de behoeften van queer personen in de regio en organiseren we een jaarlijkse awardshow waarbij we onze community in het zonnetje zetten.” De ziel van de pride-manifestatie is echter onveranderd gebleven. “Sinds mijn studententijd ben ik al bij het evenement betrokken en het heeft altijd een protestkarakter gehad, mede door de hatecrime waarmee het allemaal begon. Onze pride is een mars, geen parade.”

Dj op festival homotopia.
Dj op festival homotopia. Beeld: Pete Carr.

World capital of pop

Het meest van al zijn de Liverpudlians trots op hun muziekgeschiedenis. En met recht. Naast ‘The Fab Four’ was Liverpool de bakermat van wereldberoemde artiesten als Frankie Goes to Hollywood en Elvis Costello. Niet voor niets benoemde het Guinness Book of Records Liverpool tot ‘World Capital of Pop’ en kreeg de stad in 2015 het predicaat UNESCO City of Music.

Vorig jaar won Oekraïne het Songfestival, maar omdat het einde van de oorlog nog niet in zicht is, maakte de European Broadcasting Union in juli 2022 bekend dat het Verenigd Koninkrijk, dat vorig jaar tweede werd, dit jaar het evenement mocht organiseren. Zeven steden deden een gooi, maar uiteindelijk koos de EBU voor Liverpool.

Bij Lu Ban, een voortreffelijk Aziatisch restaurant in The Baltic Triangle, een creatieve wijk die barst van de streetart, spreek ik twee maanden vóór het Songfestival kort met Claire McColgan, directeur van Culture Liverpool, de organisatie die Eurovisie naar Liverpool wist te halen. “Hoe uitdagend het ook is: we werken voor het festival op allerlei manieren nauw samen met Oekraïense artiesten. Het wordt geen afvinkoefening. We willen met het evenement vooral een boodschap van hoop uitstralen, en echt de hele stad doet mee. We zijn een competitief volkje, dus iedereen nam het bid bloedserieus. Toen bekend werd dat we hadden gewonnen, hebben we gelijk de kerkklokken geluid.”

Daar is-ie weer: die tekenende Liverpoolse trots, misschien wel de meest charmante eigenschap van deze havenstad. Ik moet denken aan een uitspraak van voormalig Liverpool F.C.-manager Bill Shankly die me tijdens mijn verblijf ter ore kwam. “They’re arrogant, they’re cocky and they’re proud. They’re my kind of people.” Met voetbal heb ik niets,

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Visit Britain. www.visitbritain.com

Powered by Labrador CMS