Vijf vragen aan

Alexander Hammelburg: “Gelukkig is de vrijheid van seksuele gerichtheid nu verankerd in de grondwet”
Alexander Hammelburg (41) is lid van de D66-fractie van de Tweede Kamer en was actief betrokken bij de wijziging van artikel 1 van de Grondwet, waarin discriminatie van queer personen voortaan expliciet wordt verboden. Hij zet zich ook in voor lhbtiq-personen in landen waar zij worden onderdrukt. En er zit nog meer in het vat.
1) Waarom werd de steming over artikel 1 een paar weken uitgesteld?
“Dat was pure pesterij van de PVV. Na een hele dag debatteren in de senaat, vroeg Alexander van Hattem op het allerlaatste moment een hoofdelijke stemming aan. Dat kon niet op die dag en iedereen moest weken later terug- komen. Heel vervelend, bijvoorbeeld voor de mensen met een beperking die een lange dag op de publieke tribune hebben gezeten. Onfatsoenlijk, zeker ook omdat je hoofdelijke stemmingen vooraf met elkaar afspreekt. De PVV keert zich steeds vaker tegen onze gemeenschap. Wilders vergeleek transgender personen al eens met dromedarissen, kinderen zouden worden geïndoctrineerd door de lhbtiq*-lettersoep en de woke-beweging noemt hij verschrikkelijk. Jaren geleden riep hij nog dat je van de gays af moest blijven [hij doelde hierbij op Marokkanen - red.] maar zijn voorbijgane liefde voor queers was overigens flink misplaatst - uit alle onderzoeken blijkt dat homo- en transfoob geweld in alle geledingen van de samenleving voorkomt.”
2) Vanwaar die ommekeer?
“Dat is de strategie die ook in Hongarije en Polen wordt gebruikt. De ultraconservatieven wisselen ideeën uit en die vatten post bij de PVV en de FvD – Baudet loopt daar helemaal in voorop. Angstaanjagend. Wat als ‘vak rechts’ ooit een meerderheid krijgt in de kamer? Gelukkig is de bescherming van lhbtiq personen nu verankerd in de Grondwet.”
3) Sinds je in de Tweede Kamer zit, is er ook een paar miljoen euro extra beschikbaar voor lhbtiq-kwesties. Voor wie is dat geld?
“In 2021 hebben we 7,5 miljoen euro in een fonds bij de Nederlandse ambassades kunnen storten om kleine lhbtiq-organisaties in ontwikkelingslanden, die te lijden hebben gehad onder de coronapandemie, te steunen. Deze organisaties zijn onevenredig hard geraakt omdat veel funding werd gekort: het geld was nodig voor het bestrijden van covid. In veel arme landen kunnen lhbtiq-projectorganisaties nu hun programma’s weer uitvoeren. Het gaat om kleine projecten met een grote impact.”
4) En er komt nog meer Nederlands geld aan.
“Dit jaar hebben we ook voor 2,4 miljoen euro extra steun gezorgd voor hulp aan lhbtiq-organisaties in Oost-Europa en de Kaukasus. Deze landen behoren niet tot de allerarmsten en worden daarom nauwelijks gesteund door grote hulporganisaties. Maar lhbtiq-activisten kunnen daar helemaal nergens aanspraak op maken en worden onderdrukt. Dit budget komt via het Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking en wordt verdeeld via bekende hulporganisaties die samenwerken met lokale partners en grassroots-organisaties.”
5) Doen andere landen net zo veel voor lhbtiq-mensen wereldwijd, zoals Nederland dat doet?
“Helaas niet. De Verenigde Staten richten zich tegenwoordig meer op hun eigen achtertuin, zoals de Caraiben. In Europa is de gedachte vooral dat we moeten zorgen voor de mensen in de landen om ons heen. De Britten hebben veel budget weggesneden en worden inmiddels door de internationale lhbtiq-beweging gewantrouwd. De Zweden doen wel iets maar niet zo veel, en dan houdt het wel een beetje op. Van de EU verwacht ik nog weinig; daar is men beducht voor zogenoemd “doelgroepenbeleid.” Nederlandse steun is dus keihard nodig.”